Ondernemer: AA waarschuwde niet voor valkuil

Hij kan lezen en schrijven met zijn accountant. Al sinds 2003 is de AA een sparring partner voor een ondernemer in het midden- en kleinbedrijf, die alles met zijn accountant bespreekt over zijn perikelen in de onderneming. En uitgerekend deze vertrouwensfiguur waarschuwt de ondernemer niet dat er bij verkoop van diens bedrijfspand wel eens een boeteclausule van de bank aan de orde kan zijn. De accountant heeft zijn zorgplicht verzaakt, is kortgezegd het verwijt dat vrijdag voorlag bij de Accountantskamer.

De klager verkeert in 2013 in zwaar weer als hij, bij de bespreking van de jaarcijfers over 2012 met de betrokken AA, samen geleund tegen de vensterbank, kopje koffie in de hand, de mogelijkheid oppert om zijn bedrijfspand te verkopen en een ander pand te huren. De accountant doet er een prognose over: het zou een besparing van 30.000 euro per jaar in de huisvestingskosten kunnen opleveren.

De ondernemer laat er geen gras over groeien, benadert zijn buurman, een welvarende onderneming, die nog dezelfde dag een acceptabel bod doet. De koop is rond. Bij de afwikkeling blijkt dat de bank een boeteclausule hanteert als de hypotheek voortijdig wordt afgelost. In dit geval is dat 73.000 euro, een bedrag dat na onderhandeling teruggebracht kan worden tot een halve ton.

De ondernemer vindt dat zijn accountant had moeten waarschuwen voor deze tegenslag. De clausule stond niet in de hypotheekofferte, maar in de algemene voorwaarden, ergens verstopt tussen vele andere, zodat de klager er niet op verdacht is geweest. Vanuit diens professionaliteit had de accountant het wel moeten weten en hem moeten waarschuwen, vindt de klager.

De betrokken accountant wijst erop dat hij geen adviesopdracht heeft gekregen over de verkoop van het pand. De mogelijkheid tot verkoop van het bedrijfspand was volgens hem tijdens de bespreking slechts terloops aan de orde gekomen; hij had niet de indruk dat het in een serieus stadium was. ‘Ik kreeg een dag na onze bespreking al een telefoontje dat de koop beklonken was, ik ben verder daarin niet betrokken’.

De uitspraak volgt over tien tot vijftien weken.

Zaak nr 15/728

Door: Petra van Walraven/JPZ

Gerelateerde artikelen