Onderneemster voer blind op accountant en kreeg ‘veel te weinig’ voor aandelen

De registeraccountant was al jaren de steun en toeverlaat van een vrouw, die met haar partner een goedlopend koeriersbedrijf op Schiphol runde. Ook toen het stel in 2013 uit elkaar ging en de vrouw haar aandelen in het bedrijf aan de ex verkocht, vertrouwde ze blindelings op de accountant. Ze kreeg 310.000 euro voor haar belang, een bedrag dat de accountant redelijk vond. Later heeft een andere accountant de waarde bepaald op drie miljoen euro.

Of dat bedrag juist is, daar loopt nog een civiele procedure over. De accountant is intussen voor de tuchtrechter gedaagd, waar hem wordt verweten dat  hij zijn zorgplicht ernstig heeft  verzaakt en het beginsel van objectiviteit heeft geschonden.

Auto uitgeleend

Toen de relatie van het ondernemende stel uiteenspatte wendden zowel de man als de vrouw zich onafhankelijk van elkaar tot de accountant met het verzoek hen te adviseren, niet alleen over de ontvlechting van het bedrijf, maar ook over persoonlijke zaken, zo nauw waren ze aan elkaar verbonden. Ter illustratie van die band memoreerde de advocaat van de klaagster dat de accountant zijn auto heeft uitgeleend aan de man, die ermee op wintersport is gegaan. ‘Welke accountant doet nu zoiets.’

Bemiddeling

De accountant stelt dat hij slechts een bemiddelende rol heeft gespeeld in de scheiding, en geen waarderingsopdracht heeft ontvangen. Hij heeft  geen aparte opdrachtbevestiging van die bemiddeling gemaakt, want zag zijn werkzaamheden als een van die ad hoc-zaken die onder de doorlopende jaarlijkse opdrachtbevestiging vallen. De prijs die is genoemd voor de aandelen, zo’n 3,5 ton, was volgens hem een bod van de man. Gebaseerd op de ‘zichtbare waarde’ van de onderneming.

Taxatie

Niet zo gebruikelijk voor een gezonde, lopende onderneming, moest de accountant toegeven, maar hij zag er geen kwaad in, het leek hem een reële waarde. Pas op de zitting kwam hij met het verhaal dat hij op eigen houtje ook een taxatie heeft gemaakt volgens andere grondslagen, en die lag er niet ver naast. Geen aanleiding dus om de vrouw expliciet te waarschuwen, of haar er nog eens schriftelijk op te wijzen dat hij slechts bemiddelaar was.

De beklaagde ging ervan uit dat de vrouw zich ook wel had laten adviseren door een derde, hoewel hij zich er niet van heeft vergewist wie dat dan was. De klaagster voelde zich destijds, maart 2013, enorm onder druk gezet door haar toenmalige partner. Ze moest het huis uit, en kon het geld goed gebruiken om een andere woning te kopen.

Achteraf ziet de accountant wel in dat hij meer en beter had moeten vastleggen dat hij wel een bedreiging zag voor zijn objectiviteit en welke waarborg daartegen was.
Later deze dag volgt een zaak van de beklaagde tegen de accountant die de veel hogere waardebepaling heeft gemaakt.

(Zaaknummer 16/563)

[Door: Petra van Walraven / Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen