Ondanks klikbrief uitbetaling zwarte lonen niet aannemelijk gemaakt

26 april 2017

De naheffingsaanslagen die de Inspecteur van de Belastingdienst na een klikbrief had opgelegd aan een bv berusten op een ontoereikende grondslag en dienen te worden vernietigd. Dat heeft Rechtbank Gelderland geoordeeld.

De Inspecteur had van derden een zogenoemde klikbrief en diverse stukken gekregen. Hierin stond informatie over het door de bv buiten de loonadministratie houden van loon dat zou zijn uitbetaald aan diverse werknemers. Naar aanleiding hiervan heeft de Inspecteur een onderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van de aangiften loonheffingen over de jaren 2007 tot en met 2010. Eén en ander heeft geresulteerd in het opleggen van naheffingsaanslagen loonheffingen, beschikkingen heffingsrente en een vergrijpboete.

Op het beroep van de bv stelt Rechtbank Gelderland voorop dat het op de weg van de Inspecteur ligt te stellen dat sprake is van niet in de loonadministratie verantwoorde (over)uren en, gelet op de betwisting daarvan door de bv, het bewijs daarvoor aan te dragen. Gelet op de omstandigheden van het geval, te weten dat aan de onderhavige naheffingsaanslagen van derden ontvangen informatie ten grondslag is gelegd die bij uitspraken op bezwaar in het geheel geen rol meer heeft gespeeld, kon de bv volstaan met de enkele betwisting van hetgeen de Inspecteur heeft gesteld. De Rechtbank is van oordeel dat de Inspecteur met hetgeen hij heeft overgelegd niet is geslaagd in het van hem te verlangen bewijs.

Dit betekent dat de onderhavige naheffingsaanslagen berusten op een ontoereikende grondslag en dienen te worden vernietigd. Hetzelfde heeft te gelden voor de met deze naheffingsaanslagen verband houdende beschikkingen heffingsrente en vergrijpboete, aldus de Rechtbank. Verder oordeelt de Rechtbank nog dat de Inspecteur de maximale dwangsom van € 1.260 heeft verbeurd omdat hij niet tijdig uitspraak op bezwaar heeft gedaan. Voorts stelt de Rechtbank dat de redelijke termijn met 2,5 jaar is overschreden en dat de bv recht heeft op een immateriële schadevergoeding.