Ondanks dipje bloeit de industrie

De productie van de Nederlandse industrie daalde in augustus met 1,9 procent ten opzichte van juli. Wel lag de productie 9,8 procent hoger dan in augustus vorig jaar. Ook was de productie beduidend hoger dan in van augustus 2019, het laatste jaar voor de coronacrisis.

 

Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat niet meldt waardoor de dip komt. Maar de gemiddelde dagproductie lag nog wel 9,8 procent hoger dan in augustus vorig jaar, toen de productie net weer opkrabbelde van de door de coronacrisis veroorzaakte dip. 

Vergeleken met twee jaar terug werd er in Nederland over de gehele linie ongeveer 6 procent meer geproduceerd.

De situatie is echter helemaal anders dan in de periode van voor de coronapandemie. In 2019 daalde de industriële productie. Destijds meldde het CBS dat de omzet daalde sinds 2018 doordat bedrijfsactiviteiten zijn verplaatst van Nederland naar het buitenland.

Nu produceerde ruim twee derde van alle onderdelen van de industrie meer dan een jaar eerder. De machine-industrie deed het op jaarbasis zelfs meer dan de helft beter. In de transportmiddelenindustrie kromp de productie wel vergeleken met een jaar eerder. Dat komt volgens het CBS door het wereldwijde chiptekort. Net als in eerdere maanden lag de productie in een aantal fabrieken daarom tijdelijk stil.

Ondanks dat er de laatste tijd ook veel zorgen klinken over bevoorradingsproblemen, is de stemming bij producenten vorige maand verbeterd ten opzichte van augustus. Bedrijven waren vooral positiever over de toekomstige bedrijvigheid. Dit blijkt uit het ondernemersvertrouwen dat door het CBS is gemeten.

Daarmee onderscheidt Nederland zich van buurland Duitsland. Volgens recente cijfers van het Duitse statistiekbureau nam het producentenvertrouwen in september daar juist af. De Duitse industrie heeft flink te lijden onder de leveringsproblemen zoals het tekort aan chips voor de auto-industrie.

 

 

Gerelateerde artikelen