OM: accountant had fraude extern moeten melden
Een accountant had de Belastingdienst op de hoogte moeten stellen toen hij ontdekte dat een van zijn cliënten met BTW fraudeerde. Dat betoogde het Openbaar Ministerie vrijdag bij de Accountantskamer. Met zijn melding had voorkomen kunnen worden dat tonnen ten onrechte waren uitgekeerd.
De bewuste cliënt is veehouder in de gemeente Wijk bij Duurstede. Zijn onderneming leidde jarenlang een kwakkelend bestaan tot hij kennelijk een bank bereid had gevonden 12 miljoen euro te investeren in de bouw van een megastal. Voor de bouw zou krap 5 miljoen euro ineens zijn betaald. Opvallend, meende het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie, en bovendien zeer ongebruikelijk. De cliënt weigerde in die tijd inzage te verstrekken in de bankrekening van waaruit die investeringen gedaan zouden zijn. Bovendien zou het samenstellen van de jaarrekeningen na het boekjaar 2005 zijn beëindigd vanwege het gebrek aan verschaffen van inzicht in de financiën. Voldoende ‘red flags’, aldus het OM, om tussen september 2006 en begin 2008 de relatie met de cliënt tegen het licht te houden of aanvullend onderzoek te doen.
Het OM verwijt de accountant nadrukkelijk niet dat hij onjuiste aangiften namens zijn cliënt heeft ingediend, maar wel dat hij onvoldoende kritisch was over de gegevens die verwerkt zijn. ,,Er waren meer dan voldoende aanwijzingen dat die gegevens niet juist konden zijn.” Het was overigens de accountant zelf die de fraude ontdekte. Op 8 augustus biechtte de veehouder de fraude op aan de gedaagde. Zijn kantoor beëindigde daarna de relatie met de cliënt. Had de gedaagde toen de Belastingdienst geïnformeerd, dan was mogelijk niet zoals nu de schatkist van het Rijk voor 2,5 miljoen euro gedupeerd. De veehouder ging later failliet.
De FIOD vroeg de gedaagde om mee te werken. De richtlijnen van het accountantskantoor waarvoor hij werkt zijn zo dat daar nooit zomaar vrijwillig aan wordt meegewerkt. Als de rechter-commissaris een verhoor af wil nemen, of de FIOD doet dat namens hem, ,,dan komen we, natuurlijk”, zei de raadsman. ,,Maar spontaan verklaren bij de FIOD doen we niet.” Dat is niet zonder reden. Hij haalde een voorbeeld aan van een belastingadviseur die dat wel deed en later berispt werd door de tuchtrechter. Hij had immers zonder toestemming danwel verplichting verklaard over gegevens van een cliënt. En dat het bedrag van krap 5 miljoen ineens werd betaald, is hooguit uitzonderlijk, maar niet verboden.
De gedaagde zelf meende dat de cliënt in eerste instantie een plausibel verhaal had. Hij had een vermogend adviseur in de hand genomen. Uitbreiding van de onderneming was noodzaak om in de toekomst te overleven. Aan de jaarrekening 2006 was het kantoor simpelweg nog niet toegekomen. De cliënt was wel vaker laat met het aanleveren van gegevens. ,,Bij formele twijfel ga je zaken verifiëren. Ik ben ook verplicht op basis van de regels op kantoor dat na te gaan. Maar hier klopte alles. Als we de samenstellingsverklaring 2006 gedaan hadden, dan was het allemaal eerder naar boven gekomen. Maar daar ze we uiteindelijk niet aan toe gekomen.” De accountant deed intern melding van de fraude, precies zoals bedoeld in de meldprocedure binnen het kantoor. De klacht van het OM ziet echter niet toe op de fraudemeldplicht zoals omschreven in de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta), maar zoals genoemd in de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft). Volgens die wettelijke regel had de accountant naar de autoriteiten moeten stappen, meende de klager.
Vonnis over circa tien tot vijftien weken.
Michiel Satink / JPZ
Uitspraak te lezen op: tuchtrecht.overheid.nl
(Zaaknummer: 13/2415)