Tuchtrechter doet uitspraak op zitting: klacht verder niet behandeld
Zaaknrs. 19/1795 & 19/1796
Zaaknummers eerdere klacht tegen dezelfde accountants: 19/92 en 19/93
Over deze zaak schreven wij o.a.: Miljoenenconflict verkoop kaasbedrijf opnieuw voor de rechter
De Accountantskamer vragen nog eens onbevangen te kijken naar een klacht die op veel punten identiek is aan een eerdere klacht, is dat geen verkapt hoger beroep?
De tuchtrechter oordeelde in februari 2020 al over klachten ingediend tegen twee accountants van KPMG rond de aankoop van Kaashandel Zijerveld en Mijwo Beheer aan FrieslandCampina. Laatstgenoemde kocht het kaasbedrijf voor 65 miljoen euro maar daarnaast zou gedurende enkele jaren nog eens enkele tientallen miljoenen overgemaakt worden, afhankelijk van de resultaten.
De hoogte van die 'earnout' zou door KPMG worden bepaald. De verkopers hadden bezwaar, waarna PwC werd gevraagd die controle te doen. Uiteindelijk deed ook PwC dat niet. KPMG had zich nooit bereid mogen tonen om achteraf de hoogte van die earnout te bepalen, zo vond de klager. Dat was uiterst twijfelachtig maar daarover werd toen niet gecommuniceerd. En over deze nuance is eerder niet geklaagd. Dus is het dan toch een nieuwe klacht?
Er was alleen al een tegengesteld belang, stelt de klager: Campina had uiteraard een belang bij het drukken van die earnout en KPMG was ook de huisaccountant van deze zuivelreus. Dan was er nog de beginvoorraad van de kaasfabrikant. Die was in 2013 gecontroleerd door haar eigen accountant van kantoor PKFWallast. Op die cijfers kon KPMG leunen, zo oordeelde de tuchtrechter eerder. Maar KPMG had geen toegang tot het controle-dossier van deze accountant en kon dus achteraf moeilijk oordelen of die controle juist was uitgevoerd.
“KPMG kende de controle-verklaring van PKFWallast slechts uit de publicatie bij de Kamer van Koophandel'', aldus de klager, die hiermee ingaat op het eerdere oordeel van de tuchtrechter. Dat de huisaccountant zich zou buigen over de earnout, daarover klaagt Mijwo niet. Het gaat de klager er echter wel om dat de twee beklaagde accountants dat wel moesten doen 'volgens de regels van de kunst'. Om die earnout te bepalen had men de controle van de kaasfabrikant tegelijk moeten doen met groepscontrole van FrieslandCampina, en niet achteraf pas. Door dat wel zo laat te doen, ontstaan er dus twijfels over de onafhankelijkheid van KPMG.
“Als ik vanochtend niet naar Zwolle was afgereisd, had ik nu het idee gehad dat ik in Den Haag zat'', begon raadsvrouw Femke van der Velden haar verweer namens KPMG. Dit is volgens haar in alles een verkapt beroep, al kon je de definitie 'verkapt' hier makkelijk weglaten, vond ze. Alleen al de vraag aan de tuchtrechter om “nogmaals onbevangen naar de zaak te kijken omdat 'zaken in de eerste klacht niet goed zou zijn gegaan'. U moet een tweede keer naar deze zaak kijken en dat is lastig en daarom bestaat het hoger beroep. Dat dezelfde klacht niet twee keer door dezelfde instantie mag beoordeeld, wordt hier met voeten getreden.'' De beklaagde accountants beriepen zich hier op het juridische beginsel van 'ne bis in idem', vrij vertaald 'niet twee keer voor hetzelfde'. Ofwel: de tuchtrechter heeft hier al over geoordeeld. Bovendien dient over ruim een week het hoger beroep al.
Meteen uitspraak
De Accountantskamer besloot na een schorsing van drie kwartier opvallend genoeg om meteen mondeling uitspraak te doen in dit geschil. De Accountantskamer is van oordeel dat dit geen nieuwe klacht betreft, maar eerder een nadere invulling van een al eerder beoordeelde klacht. Omdat dezelfde klacht niet twee keer bij dezelfde rechter ingediend kan worden, is de klacht niet-ontvankelijk. Inhoudelijk hoeft de tuchtrechter de klacht dus verder niet meer te beoordelen.