Nieuwe risico’s rond niet-bancaire kredieten
Nu bedrijven steeds meer afhankelijk worden van non-bancaire leningen, ontstaan nieuwe risico’s.
De wereldwijde schulden stegen vorig jaar met 5,9% tot $56 biljoen, zo meldt het global-debt-report van het McKinsey Global Institute.
Een fors deel van de $18 biljoen die bedrijven sinds 2007 hebben geleend komt niet van banken, maar van de uitgifte van bedrijfsobligaties, eenvoudige securitisaties en kredieten van verzekeraars, pensioenfondsen en peer-to-peer platforms. In het westen zijn de banken nog goed voor 41% van de bij bedrijven uitstaande leningen – in 2007 was dat nog 45%.
Banken hebben hun exposure verminderd in de nasleep van de grote crisis van 2008. De niet-bancaire kredieten die bedrijven sindsdien wisten los te peuteren zijn volgens McKinsey minder risicovol, omdat de daarbij gebruikte financiële instrumenten transparant, simpel en duidelijk waren.
Dat betekent niet dat ze geheel zonder risico zijn. Erger, er dreigen nieuwe risico’s aan de horizon.
Zo is er volgens sommige deskundigen sprake van een duidelijke bubble op de markt voor bedrijfsobligaties. De totale waarde van geplaatste obligaties steeg in 2014 tot $11 biljoen (van $7 biljoen in 2007) – een onderzoek onder 11000 investeerders in het VK vindt dat 76% van hen die obligaties overgewaardeerd achten – onder andere door het Quantitative Easing beleid van de ECB is daar nog weinig rendementgroei te verwachten.
In China zijn ook onrustbarende ontwikkelingen vast te stellen. Zo is de schuld van Chinese bedrijven sinds 2007 verviervoudigd, sneller gegroeid dan die van de Chinese overheid en de Chinese consumenten. En bijna de helft van die corporate debt hangt direct of indirect samen met onroerend goed, de bouwsector en de cement- en staalindustrie. Een bubble die van een bubble afhangt…