Nieuwe klacht rond Sportbedrijf Amstelveen ongegrond
Zaaknrs. 19/1022 en 19/948
Over deze zaak schreven wij: Weer tuchtzaak rond Sportbedrijf Amstelveen: 'Zwaar teleurgesteld hoe met gemeenschapsgeld gesmeten wordt'
De Accountantskamer vindt niet dat twee betrokken accountants tuchtrechtelijk iets te verwijten valt.
In 2018 had de ontslagen manager nog wel succes bij de Accountantskamer met zijn klacht over de 'voorziening groot onderhoud' die door de toen beklaagde accountant van BDO was aangelegd. Het gemeentelijk sportbedrijf maakte dat jaar een verlies van 470.000 euro. Er was geen sprake van een zorgvuldige onderbouwing van zijn besluit tot het vormen van de voorziening en de betrokken accountant kreeg een waarschuwing. In een nieuwe tuchtklacht poogde de oud-manager een lid van het controleteam en van het bureau vaktechniek van het accountantskantoor aan te pakken. Alle seinen hadden bij het accountantskantoor op rood moeten staan, zeker gezien de foute gang van zaken rond de post 'voorziening groot onderhoud'. Maar de betreffende accountant gaf niet thuis. Hem wordt te passief gedrag verweten, hetgeen schadelijk is voor het aanzien van de beroepsgroep. De accountant had veel problemen kunnen voorkomen door wel met een kritische blik naar het werk van zijn inmiddels gewaarschuwde collega te kijken, stelde de voormalig manager.
Dat de naam van de accountant van het controleteam in het dossier staat, zegt niets over de wijze waarop zij haar werkzaamheden uitvoerde, stelt de Accountantskamer. ,,Laat staan dat dit impliceert dat zij daarin tekort is geschoten.'' Dat ze fouten maakte, is bovendien door de klager niet onderbouwd. Dan de post 'overige voorzieningen' die gecreëerd zou zijn ten behoeve van personeelskosten voor medewerkers die ziek zijn. Volgens de klager is die post onjuist. Volgens de betrokken accountant is de vorming van een voorziening voor langdurig ziekteverzuim echter verplicht. Verder heeft zij ter controle van de juistheid van de voorziening onderzocht of de lijst met langdurig zieken juist was. Van een verzekering en op basis daarvan gedane uitkeringen is haar niets gebleken. Volgens de tuchtrechter heeft de klager niet aannemelijk gemaakt dat dit laatste wel het geval was.
'Fouten' in jaarrekening
Ook zag de klager veel fouten in de jaarrekening. Het opstellen van die jaarrekening is echter in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de directie. Dat geldt ook voor het corrigeren van fouten, stelt de Accountantskamer in haar uitspraak. Als de directie fouten die ontdekt worden door de accountant niet verwerkt, kan die betreffende accountant daarvoor niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk gehouden worden. Dat kan alleen bij grote tekortkomingen, maar daarvan is hier geen sprake.
Ook de accountant van het bureau vaktechniek van BDO valt niets te verwijten. Volgens de klager heeft hij door zijn passieve houding niet voorkomen dat zijn collega een fout maakte die hem de maatregel van waarschuwing opleverde. Maar hij antwoordde slechts op een vraag van de betreffende collega, verder ging zijn taak niet. Hij hoefde er bovendien niet op toe te zien dat zijn advies werd opgevolgd, want van een formele consultatie was geen sprake, aldus de tuchtrechter. De klacht tegen beide accountants is ongegrond.
Auteur: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle