Nieuwbouw vastgoed moet na 2030 emissieloos zijn

Het Europees Parlement en de ministers van de lidstaten hebben een akkoord bereikt over een herziening van de richtlijn energieprestatie van gebouwen. Vanaf 2030 mogen alle nieuwe gebouwen geen fossiele emissies meer uitstoten. Voor publieke gebouwen geldt deze regeling al vanaf 2028. Daarnaast moeten bestaande gebouwen binnen 25 jaar emissieloos zijn, zo meldt de website van de EU.

Experts waarschuwen dat deze doelstelling investeringen in energiebesparende maatregelen vereisen, zoals isolatie, warmtepompen en zonnepanelen. Dit kan de bouwkosten met 10% tot 20% procent verhogen. Bedoeling is dat de de lagere energiekosten deze extra investeringen op langere termijn compenseren. Daarnaast kunnen de plannen tot effect hebben dat bedrijven vastgoedinvesteringen naar voren halen om zo onder de verplichte verduurzaming uit te komen.

  • Vanaf 2030 moeten alle nieuwe gebouwen in EU emissieloos zijn …
  • … bestaande gebouwen binnen 25 jaar.
  • Forse investeringen in energiebesparende maatregelen nodig …
  • … met impact op kosten en huurinkomsten.
De gemiddelde duur van de periode tussen de eerste vergunningaanvraag en de daadwerkelijke opening van een kantoorgebouw kan variëren afhankelijk van verschillende factoren, zoals de complexiteit van het project, de locatie, de grootte van het gebouw en eventuele specifieke vereisten. Over het algemeen zijn er enkele stappen die betrokken zijn bij het proces van het bouwen en openen van een kantoorgebouw, waaronder voorbereiding en ontwerp en het verkrijgen van de nodige vergunningen de daadwerkelijke bouwen de inrichting en afwerking . Daarnaast moeten ook inspecties worden uitgevoerd

De impact van de nieuwe regels van de EU zal echter per sector verschillen. Vastgoedeigenaren zullen hun bestaande pandenportfolio moeten renoveren om te voldoen aan de emissienormen. Dit kan leiden tot aanzienlijke kapitaaluitgaven en investeringen, waarbij de huurinkomsten mee zullen gaan bewegen. Verwacht wordt dat de leveranciers en dienstverleners zullen profiteren van de toenemende vraag naar energiebesparende producten en diensten. [Artikel gaat verder na de volgende alinea]

Vermoed u dat dit artikel interessant is voor anderen binnen uw organisatie of netwerk, wijs anderen hier dan op door dit bericht te delen via uw whatsapp, email, Linkedin of Twitter (bovenaan dit artikel).

Daarnaast zal de financiering tot creatieve financieringsoplossingen leiden, zoals groene obligaties of subsidies van de overheid. Naast de financiële aspecten zijn er ook risico's verbonden aan de nieuwe regels. Ook kunnen geplande bouwkosten hoger uitvallen of de vraag naar duurdere emissieloze gebouwen lager zijn dan verwacht.

Lees ook:

Accountants hanteren doorgaans specifieke richtlijnen voor de waardering en afschrijving van vastgoed binnen ondernemingen. Ondernemingen schrijven af op activa die ze gebruiken. Als een bedrijfsmiddel (zoals vastgoed) over meerdere jaren wordt gebruikt, is het fiscaal verplicht om een afschrijving ten laste van het resultaat te brengen in het jaar dat het bedrijfsmiddel wordt gebruikt. Deze afschrijvingen zijn gebaseerd op het matchingbeginsel, waarbij het doel niet is om een lagere verkoopwaarde te kwantificeren, maar om een vermindering van de economische en/of technische gebruikswaarde inzichtelijk te maken. Zelfs als de verkoopwaarde van het bedrijfsmiddel de balanswaarde overstijgt, is het fiscaal toegestaan om af te schrijven.

Vastgoed wordt op de balans weergegeven als onroerend goed. De waardering van vastgoed gebeurt tegen de kostprijs (historische kostprijs). Afschrijving vindt plaats tot maximaal de bodemwaarde. Bij boekwinst van verkocht vastgoed kan een herinvesteringsreserve worden toegepast, die vervolgens wordt benut bij nieuwe investeringen. De fiscale kostprijs is essentieel voor de berekening van afschrijvingen. Deze wordt bepaald op basis van de aanschaffings- of voortbrengingskosten. De formule voor het berekenen van het afschrijvingsbedrag is: (A - R) : N, waarbij A de kostprijs is, R de restwaarde en N de termijn. Als de marktwaarde van vastgoed in eigen gebruik lager is dan de boekwaarde, kan een afwaardering plaatsvinden. Bij vastgoedbeleggingen wordt soms de actuele waarde toegepast, waarbij geen afschrijving plaatsvindt.

 

Gerelateerde artikelen