Niet voldaan aan bewijslast voor hogere aftrek scholingsuitgaven

30 maart 2017

Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat een particulier geen aanspraak heeft op een hoger bedrag aan in aanmerking te nemen scholingsuitgaven.

Een particulier volgde in 2011 een lerarenopleiding Nederlands. Inmiddels heeft zij deze opleiding afgerond. In de aangifte IB/PVV 2011 heeft zij een bedrag van € 5.343 aan scholingsuitgaven in aftrek gebracht (€ 5.843 verminderd met een drempel van € 500). Ter onderbouwing daarvan heeft zij verschillende bankafschriften, kwitanties en facturen overgelegd. De belastinginspecteur heeft slechts een bedrag van € 1.768,86 in aftrek toegestaan.

Ter zitting van Rechtbank Noord-Holland heeft de particulier toegezegd originele stukken over te leggen aan de belastinginspecteur, die zich bereid heeft verklaard op basis daarvan de aftrekbaarheid van de door de particulier verdedigde uitgaven te heroverwegen. Zij heeft de bedoelde bescheiden echter niet aan de belastinginspecteur overgelegd.

Ook in hoger beroep bij Gerechtshof Amsterdam heeft de particulier deze stukken (c.q. kopieën daarvan) niet in het geding gebracht, hoewel zij, naar het gerechtshof verstaat, nog steeds over die stukken beschikt.

Het gerechtshof concludeert dat de particulier niet aannemelijk heeft gemaakt dat aanspraak bestaat op een hoger bedrag aan in aanmerking te nemen scholingsuitgaven dan het door de belastinginspecteur geaccepteerde bedrag.