Niet reageren accountant ‘is onprofessioneel gedrag’
Hij en de beklaagde accountant waren maten in een kantoor. De klager verliet de maatschap in 2004 en er ontstond vervolgens onmin over de goodwill die hij na zijn vertrek zou ontvangen. In de zaak van maandag stond een vrijwaring centraal die het bedrijf van de accountant de klager beloofd had. Een andere uittredende maat moest door de maatschap – inclusief de al uitgetreden klager – vergoed worden. Het kwam er op neer dat de klager 150.000 euro moest neertellen. Maar de vrijwaring zou dat – en daarmee een zeker faillissement voor hem – voorkomen. De beklaagde accountant reageerde echter helemaal niet op verzoeken van hem om die vrijwaring na te komen. “Mijn huidige collega's kennen de reputatie van de beklaagde en vreesden mijn faillissement al.”
Maar het bedrijf van de beklaagde reageerde wel degelijk, stelden zijn raadslieden. De klager kreeg 17.000 euro uitgekeerd. Uit een gezamenlijk potje werd nog eens 65.000 euro namens hem betaald. De reactie duurde wat langer omdat er een verschil van mening was over de hoogte van de vrijwaring. Volgens de raadslieden zou het gedrag van hun cliënt pas laakbaar zijn als hij bewust onjuist of misleidend gehandeld had. En van dergelijk handelen was geen sprake. Of het bedrijf van de accountant de klager nog enige betaling schuldig is, is niet aan de Accountantskamer om te oordelen, zeiden ze.
Maar waarom reageerde de accountant niet eerder? “Ik woon elk jaar minstens zes maanden in Thailand. Dus ik ben niet op de hoogte van alles hier”, zei hij. Een van de leden van de Accountantskamer vond het vreemd dat de beklaagde naar Thailand vertrekt “en het bedrijf hier aan anderen overlaat”. Volgens de beklaagde is hij feitelijk met pensioen. Een advocaat is penvoerder in zaken zoals onderhavige. Zelf wilde hij het beeld dat de klager schetste, rechtzetten. Het kantoor met een jaaromzet van 2 miljoen zag haar klantenbestand leeglopen omdat de weggelopen klager die een voor een overnam. Terwijl er sprake was van een relatiebeding van 8 jaar, aldus de beklaagde.
Vonnis over circa 15 weken.
(Zaaknr. 16/2595)
[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]