‘Nederlandse varkenshouderij moet structureel hervormen’
Duurzamer en meer vraaggericht produceren is noodzakelijk om economisch perspectief en maatschappelijk draagvlak te behouden voor de varkensketen. Het huidige verdienmodel met een lage kostprijsstrategie loopt tegen maatschappelijke grenzen aan en is vanuit het oogpunt van internationale concurrentie op termijn een doodlopende weg. De varkenssector moet daarom herstructureren en vernieuwen. Dat zal leiden tot minder bedrijven en minder varkens in veerijke gebieden. Tegelijkertijd moet de sector marktgerichter produceren met meer zorg voor kwaliteit, dierenwelzijn en duurzaamheid.
Van Dam: “De varkenshouders hebben zelf het initiatief genomen om in samenwerking met de Rabobank en mijn departement tot een gezamenlijke aanpak te komen. Dit is uniek. Er is maar één weg naar de toekomst voor de varkensketen: van meer van hetzelfde produceren naar vraaggericht produceren met onderscheidende kwaliteit, meer dierenwelzijn en meer duurzaamheid.”
Met ruim 26.000 arbeidsplaatsen en een jaarlijkse productiewaarde van meer dan 8 miljard euro is de varkensketen een belangrijke sector voor de Nederlandse economie. De varkenshouderij kampt echter al geruime tijd met een slechte marktsituatie en lage opbrengstprijzen voor varkensvlees. Tegelijkertijd wordt de sector geconfronteerd met hoge kosten om te voldoen aan de Europese milieurichtlijnen en toenemende zorgen in de samenleving over dierenwelzijn, milieu en volksgezondheid.
In het actieplan, dat een looptijd heeft tot 2020, staat dat varkenshouders meer gaan samenwerken met andere partijen in de keten, zoals slachterijen en supermarkten. Om het rendement te verbeteren komt de varkenssector met het nieuwe label ‘Holland Varken’ voor vlees dat voldoet aan hoge kwaliteitseisen. Daarnaast neemt de sector maatregelen om de kosten van keuringen en mestafzet te verlagen. Een belangrijk onderdeel van het actieplan is het verantwoord laten stoppen van varkenshouderijen zonder toekomstperspectief, het saneren van niet-duurzame locaties en het versterken van toekomstgerichte bedrijven. Ook worden er afspraken gemaakt met de provincies over duurzame productielocaties en het aantal varkens. De Rabobank en Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) richten hiervoor de Vitaliseringsmaatschappij Varkenshouderij op. Voor de uitvoering van het actieplan zal de komende jaren door verschillende betrokken partijen minimaal 200 miljoen euro geïnvesteerd worden, onder andere via de vitaliseringsmaatschappij. De regiegroep verwacht dat het aantal varkenshouderijen zal dalen van 5000 naar circa 2000 bedrijven die op ongeveer 2500 tot 3000 locaties zullen produceren.
Staatssecretaris Van Dam ondersteunt de maatregelen uit het actieplan. Uit het Europese steunpakket voor de agrarische sector is bijna 20 miljoen euro beschikbaar gesteld voor onder andere het versterken van de marktoriëntatie, het verbeteren van de samenwerking in de keten, het ondersteunen van bedrijfsverplaatsingen en het stimuleren van investeringen in mestverwerking. Daarnaast gaat de staatssecretaris zich inzetten om meer Europese middelen beschikbaar te krijgen voor het ontwikkelen van nieuwe marktconcepten in de varkenssector. Verder onderzoekt hij een mogelijke verlaging van de keuringskosten.
De Kamerbrief Actieplan Vitalisering Varkenshouderij is, samen met het actieplan, hier te vinden.