‘Nederlandse topclubs spinnen financieel garen bij transferbeleid’

De Nederlandse topclubs Ajax, Feyenoord en PSV spinnen financieel garen bij het transferbeleid dat zij voeren. In de seizoenen 2014/2015 en 2015/2016 hielden de Nederlandse topclubs miljoenen euro’s over aan de koop en verkoop van spelers.

Dit blijkt uit de ‘The Player Trading Game 2017’, een analyse van KPMG van het financiële resultaat van spelerstransfers van ruim honderdvijftig clubs in Europa in de seizoenen 2014/2015 en 2015/2016.

Contrast

Hoewel de clubs net niet tot de top 20 van de meest succesvolle clubs op transfergebied voorkomen, is het contrast met de grootmachten in Europa aanzienlijk. Ajax, Feyenoord en PSV boekten in de seizoenen 2014/2015 en 2015/2016 een positief resultaat van respectievelijk € 13,7, € 14,1 en € 12,9 miljoen, waarmee zij een 25e, 22e en 27e positie op de Europese ranglijst innemen. De grootmachten Manchester City FC, Manchester United FC en Paris Saint-Germain FC boekten in de onderzochte seizoenen de grootste verliezen met spelerstransfers. Zo was het verlies bij Manchester City € 171,9 miljoen, bij Paris Saint-Germain € 179,4 miljoen en bij Manchester United € 238,9 miljoen. Als ook het seizoen 2013/2014 in beschouwing wordt genomen, bedraagt het positieve resultaat van Ajax zelfs € 26,2 miljoen en neemt de Amsterdamse club een 12e positie in op de ranglijst van de 20 meest succesvolle clubs. 

Portugese clubs meest succesvol

Uit het onderzoek van KPMG blijkt dat clubs in Portugal financieel gezien het meest succesvol zijn met de transfers van spelers en in de seizoenen 2014/2015 en 2015/2016 het meeste geld overhielden aan de transfer van spelers. Zo boekte SL Benfica een positief resultaat van € 65 miljoen. FC Porto bezet op de ranglijst een tweede positie met € 58,2 miljoen. De club wordt gevolgd door FC Schalke 04 met € 56,3 miljoen. “De best presterende clubs op transfergebied behoren dus niet tot de grootmachten in Europa”, zegt Han van Delden, partner bij KPMG. Van Delden: “De clubs die de top 20 aanvoeren kunnen in het algemeen beschouwd worden als ‘netto verkopers’. Dat betekent dat zij meer aan spelerstransfers verdienen dan dat zij uitgeven. De posities van Manchester City FC, Manchester United FC en Paris Saint-Germain FC spreken dan ook boekdelen. Deze clubs kopen aanzienlijk meer spelers dan zij verkopen. En gezien hun activiteiten op de transfermarkt in de afgelopen zomer zullen zij ook de komende seizoenen onder aan de ranglijst verkeren. Overigens is de lage positie van de Britse clubs niet geheel onverwacht. Zij incasseren in vergelijking met de clubs in de andere Europese competities forse bedragen door de verkoop van de uitzendrechten en zijn dus gewoonweg veel kapitaalkrachtiger. De noodzaak om koop en verkoop in balans te houden ontbreekt dus. Dat maakt de clubs bij uitstek eerder ‘netto kopers’ dan ‘verkopers van spelers’.”

 Nederland opleidingsinstituut

Voor wat betreft de Nederlandse clubs verwacht Van Delden dat hun rol als opleidingsinstituut voor andere clubs steeds groter wordt. Van Delden: “Nu de transferbedragen blijven stijgen, hebben de ‘netto verkopers’ met een gedegen opleidingsprogramma en een succesvol scoutingapparaat goede mogelijkheden om dit voordeel commercieel nog beter te benutten. Aan de andere kant is het voor de grote clubs in Europa die deel uitmaken van de wereldwijde entertainment industrie een absolute noodzaak om de grootste voetbaltalenten te kunnen aantrekken en zo een voorsprong te kunnen behouden op hun concurrenten. Op deze manier zijn zij in staat om hun wereldwijde groep supporters te laten groeien. En hoewel het niet de verwachting is dat de enorme bedragen die nu aan spelers worden uitgegeven op de korte termijn zullen afnemen, is het de grote vraag dit soort investeringen op de lange termijn ook voor de kapitaalkrachtige clubs nog wel houdbaar is.”

Gerelateerde artikelen