Nederlandse landbouw kromp vorig jaar een fractie
De waarde van de landbouwexport van Nederlandse makelij is met 0,6 procent gekrompen. De groei van de landbouwsector als geheel is te danken aan een stijging van de prijzen en de wederuitvoer. Qua volume werd wat minder geëxporteerd.
Dat melden Wageningen Economic Research (WUR) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS maakt wel de kanttekening dat de ramingen door de coronacrisis met meer onzekerheid zijn omgeven dan in andere jaren.
De totale waarde van de Nederlandse landbouwexport is in 2020 in Nederland naar een recordhoogte gegroeid, ondanks de coronacrisis. De landbouwexport kwam naar schatting uit op een waarde van 95,6 miljard euro, 1 procent meer dan in 2019. Daarvan is 68,3 miljard euro export van Nederlandse makelij en 27,3 miljard euro wederuitvoer.
Sierteelt, zoals bloemen en planten, was het belangrijkste exportproduct met een waarde van 9,5 miljard euro. Dat is 0,3 procent meer dan in 2019. Volgens het CBS had de sierteeltexport het in de eerste maanden van de coronacrisis heel lastig, maar herstelde daarna. De export van vlees, zuivel, eieren en groenten daalde vorig jaar tussen de 3 en 4 procent.
Ruim een kwart van de landbouwgoederen ging naar Duitsland en daarmee was het ruimschoots de belangrijkste exportbestemming. De uitvoer naar het buurland groeide met 4 procent ten opzichte van 2019. De export naar andere de grote afzetmarkten België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk daalde licht.
(ANP)