Nederlandse economie in een recessie beland
Als er twee kwartalen op rij sprake is van economische neergang is technisch sprake van een recessie. In het eerste kwartaal lag het bruto binnenlands product 3,4 procent onder het niveau van voor de crisis.
Volgens Pieter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS, dekt de term recessie de lading niet helemaal. Volgens hem hebben we al ruim een jaar lang te maken met extreme omstandigheden als gevolg van de crisis. Daarnaast lijkt de weg naar herstel ingezet. Dat was in de loop van het eerst kwartaal al duidelijk en lijkt zich ook nu door te zetten.
Van Mulligen wijst naast de cijfers die aantonen dat er sprake is van herstel ook naar het stijgende vertrouwen bij ondernemers. Verder neemt de krapte op de arbeidsmarkt weer toe. Hoewel het aantal banen met 69.000 daalde, steeg het aantal vacatures met 26.000. Volgens Van Mulligen lopen de vacaturecijfers doorgaans voor op het banencijfer en zijn veel bedrijven weer optimistischer over het aannemen van nieuw personeel, ook in zwaar door de crisis getroffen sectoren als de horeca.
De krimp van het bbp was afgelopen kwartaal vooral het gevolg van mindere bestedingen door huishoudens. Door de coronamaatregelen bleven cafés en restaurants gesloten. Ook golden er veel beperkingen voor onder andere winkels, bioscopen en musea. Consumenten gaven ook minder uit aan vervoer, kleding, schoenen en woninginrichting wat vermoedelijk het gevolg was van de winkelsluitingen. Ook aan auto’s en motorbrandstoffen werd minder besteed. Daartegenover stonden extra uitgaven aan voedingsmiddelen, drank, tabak en energie.
Alles bij elkaar werd er door huishoudens 3,5 procent minder uitgegeven in vergelijking met een kwartaal eerder. Op jaarbasis ging het om 8,5 procent wat huishoudens minder besteedden. Verder daalden de overheidsuitgaven op kwartaalbasis met 1,5 procent.
Er waren ook sectoren die het goed deden. Zo droegen de bouw, de zakelijke dienstverlening en de industrie positief bij aan de economische ontwikkeling. De investeringen stegen met 3,7 procent. De industrie draaide volgens Van Mulligen "als nooit tevoren", wat volgens hem samengaat met een investeringsgolf in nieuwe machines. Samen met de groei van de uitvoer en invoer van goederen en diensten, zorgde dat ervoor dat de krimp wat werd gedempt, aldus het statistiekbureau.