Nederlandse belegger laat adviseur links liggen

06 oktober 2016

Nederlandse beleggers zijn minder geneigd advies in te winnen dan beleggers in andere landen. Uit onderzoek van beleggingsfondsenhuis Schroders onder Nederlandse beleggers blijkt slechts drie op tien ondervraagden bereid te zijn een adviseur te raadplegen.

In landen als Rusland en Frankrijk ligt dat percentage twee keer zo hoog. Ook is de Nederlandse belegger minder bereid cursussen of online seminars te volgen om zijn kennis op te vijzelen. Daarbij legt hij nauwelijks kwesties voor aan vrienden of familie.

Het aantal beleggers dat gebruikt maakt van een beleggingsadviseur daalt al jaren. Slechts 43 procent van de ondervraagden maakt dit jaar gebruikt van een advies tegen 45 procent een jaar eerder. Een deel van de daling wijt Schroders aan de verandering van strategie van banken waardoor de minimumvermogensgrens voor adviesgesprekken is gestegen.

Uit het onderzoek blijkt verder dat de Verenigde Staten door veel Nederlandse beleggers als veilige haven voor investeringen worden gezien. De strijd om het Witte Huis tussen Donald Trump en Hillary Clinton die zijn climax kent in november doet daar niets aan af. Voor het komende halfjaar wordt beleggen op Wall Street als meest kansrijk beschouwd qua groei, terwijl de risico's in de VS het laagste worden geacht.

Het vertrouwen in het Nederlandse pensioenstelsel blijft onverminderd groot. Wel zou een groot deel van de beleggers de aangesloten zijn bij een pensioenfonds of -verzekering meer verantwoordelijkheid willen hebben over het beleggingsrendement.

Vertrouwen op andere gebieden neemt volgens het onderzoek sterk af. Een belangrijke aanwijzing daarvoor is het toenemende percentage spaargeld in beleggingsportefeuilles, ondanks dat de rentes historisch laag liggen.