Nederlands pensioenvermogen stijgt in 2017 naar recordhoogte

Wereldwijd groeide het institutioneel pensioenkapitaal op de 22 grootste pensioenmarkten het afgelopen jaar tot een waarde van 41,3 biljoen US dollar; een stijging van ruim 13 procent.

Dit is de grootste jaarlijkse toename in de afgelopen 20 jaar. De Nederlandse pensioenmarkt heeft daar een belangrijke bijdrage aan geleverd en noteert opnieuw het hoogste pensioenvermogen in verhouding tot haar bruto binnenlands product (194%). Daarbij bestaat, in tegenstelling tot de wereldwijde trend, nog steeds een groot deel van de Nederlandse pensioenmarkt uit toegezegde pensioenregelingen (defined benefit-regelingen). 

Deze, en andere, belangrijke bevindingen komen uit de Global Pension Assets Study 2017, een jaarlijks terugkerende studie van Willis Towers Watson naar de 22 belangrijkste pensioenmarkten van de wereld.

Hoogste groei in afgelopen 20 jaar
Uit het rapport blijkt dat het vermogen van Nederlandse pensioenfondsen de afgelopen 10 jaar gestaag is gegroeid, met gemiddeld 4,2 procent per jaar (gemeten in USD). Het groeicijfer is gelijk aan het wereldwijd gemiddelde en ligt dicht in de buurt van rendementen op aandelen en obligaties in diezelfde periode.

“Het is bemoedigend dat we kunnen terugkijken op een lange periode van groei in de Nederlandse pensioenmarkt. Het feit dat Nederland haar pensioenbeleggingen als percentage van het BBP heeft zien stijgen is positief te noemen. De cijfers voor de korte termijn zijn erg positief, met de kanttekening dat ze wel het gevolg zijn van een ongebruikelijk hoog marktrendement. Dat maakt dat we voorzichtig zijn in onze vooruitzichten en meer dan ooit het belang van een breed gespreide portefeuille onderstrepen.” aldus Jacco Heemskerk, Head of Investment bij Willis Towers Watson.

Zekerheid en de zoektocht naar rendement
In vergelijking met andere landen beleggen Nederlandse pensioenfondsen relatief conservatief. De allocatie naar obligaties bedraagt in Nederland gemiddeld 50% van de totale beleggingen en daarmee ligt Nederland nog altijd fors boven het gemiddelde van 27% van de zeven grootste pensioenmarkten. Alleen Japan kent met 56% een nog conservatievere insteek.

“Zekerheid heeft een prijs. Het grote aandeel beleggingen in obligaties en de terughoudendheid van de Nederlandse pensioensector bij het investeren in alternatieve beleggingscategorieën vertaalt zich in naar verwachting lagere koopkracht” aldus Jacco Heemskerk.

Zo valt op dat wereldwijd steeds meer wordt belegd in alternatieve beleggingscategorieën zoals vastgoed, niet-beursgenoteerde aandelen, hypotheken en infrastructuur. Als percentage van de totale beleggingen is deze categorie gegroeid van 4% in 1997 naar 20% in 2017. Beleggers lijken het rendementspotentieel van deze categorieën te kunnen waarderen en accepteren de grotere complexiteit. In tegenstelling tot wereldwijde marketen daalde het aandeel alternatieve beleggingen in Nederland juist van 18% in 2007 tot de huidige 17%.

Beleggen in eigen land
Een andere opvallende uitkomst van het rapport is dat pensioenfondsen meer buiten eigen land beleggen. Wereldwijde spreiding van beleggingen en indexbeleggen hebben hieraan bijgedragen. Dit ondanks de maatschappelijke wens om juist meer in eigen land te beleggen. Waar in 1998 wereldwijd nog 69 procent van het vermogen in lokale valuta werd belegd, is dit percentage in 2017 gezakt naar 41 procent. Canada, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk laten de laagste percentages zien. In de Verenigde Staten wordt het grootste percentage in eigen land belegd.

DB- versus DC-vermogen
De toegezegde pensioenregelingen (defined benefit, DB) blijven verreweg het populairste in Nederland met 94 procent. Hiermee laat Nederland alleen Japan (96%) en Canada (95%) voor zich. Dit in tegenstelling tot de wereldwijde trend, waarbij het beschikbare premievermogen (defined contribution, DC) een steeds grotere groei doormaakt ten opzichte van het DB-vermogen. Jacco Heemskerk: “De overgang naar premieregelingen vraagt om nieuwe oplossingen voor deelnemers. Uiteindelijk willen we betere resultaten voor deze deelnemers. Nieuwe wetgeving moet daarmee rekening houden.”

Complexe uitdagingen
In de toekomst zullen pensioenfondsen voor complexe uitdagingen komen te staan. Met name de ontwikkelingen op het gebied van verantwoord beleggen, duurzaamheid en lange-termijnbeleggen zullen naar verwachting belangrijk worden. Onder vermogensbeheerders probeert men zich dan ook steeds vaker te onderscheiden op basis van cultuur en beleggingsfilosofie. “In korte tijd zijn pensioenfondsen meer aandacht gaan besteden aan duurzaamheidskwesties en zijn ze zich ook bewuster geworden van de maatschappelijke verantwoordelijkheid. Daardoor is er meer belangstelling gekomen voor de kwalitatieve onderdelen van het vermogensbeheer zoals cultuur en beleggingsfilosofie. Vooruitkijkend verwacht ik dat deze verandering in stijl een positieve, stabiliserende invloed zal hebben op het wereldwijde financiële systeem”, aldus Jacco Heemskerk.

Gerelateerde artikelen