Nederlanders shoppen online steeds vaker over de grens
Dat meldt het CBS op basis van voorlopige cijfers. In het coronajaar, toen veel winkels door lockdowns gedwongen moesten sluiten, kochten Nederlandse consumenten bij buitenlandse webwinkels in Europa met ruim 600 miljoen euro bijna een derde meer dan in 2019. Met name vanaf de start van de coronacrisis in maart tot het einde van het jaar groeiden de aankopen sterk in vergelijking met dezelfde periode het jaar ervoor. Het gaat om stijgingen van 30 tot 38 procent.
Ook de omzet van Nederlandse webwinkels nam sinds het begin van de coronacrisis fors toe, nog veel harder dan enkele jaren geleden. Dit geldt voor zowel verkopen aan Nederlandse als aan buitenlandse consumenten. In het coronajaar nam de omzet op jaarbasis met 40 procent toe. Dat is een veel hogere piek dan in 2015, toen de omzet op jaarbasis met ruim een vijfde toenam.
Deze omzetstijging kwam vooral door winkels die zowel fysiek als online spullen verkochten. Deze zogeheten multichannelers halen hun omzet normaal gesproken uit de fysieke winkels, maar door lockdowns moesten winkels gedwongen gesloten blijven en verkochten zij ook online. In deze categorie nam de onlineomzet in 2020 ten opzichte van het jaar ervoor met meer dan de helft toe.
Met name de laatste drie maanden van het jaar, waarin de feestdagen vielen, deden het goed. In die periode behaalden de webwinkels zelfs bijna driekwart meer omzet dan een jaar eerder. Winkels alleen actief online hadden een forse omzetstijging van 36 procent. In eerdere jaren was de grootste omzettoename 23 procent.
Het CBS zegt verder dat de aankopen bij buitenlandse webwinkels maar een klein deel uitmaakten van alle uitgaven die Nederlanders deden. In het coronajaar was de totaalomzet van de Nederlandse detailhandel maar 6 procent hoger dan het jaar ervoor. Daarnaast is het volgens het CBS ook lastig voor consumenten om te achterhalen of ze bij een buitenlandse webwinkel hebben gekocht, omdat deze ook Nederlandse versies kunnen hebben of in meerdere talen beschikbaar zijn.
(ANP)