Nederland scoort hoog als alternatieve investeringslocatie

Investeerders die hun activiteiten in verband met de Brexit uit het Verenigd Koninkrijk willen terugtrekken, zien Duitsland als eerste alternatieve investeringslocatie, gevolgd door Nederland. Dit blijkt uit EY’s ‘2017 European attractiveness survey – Plan B for Brexit’, een onderzoek onder 254 internationale investeerders.

Ondanks de huidige geopolitieke en economische risico’s hebben bedrijven ambitieuze investeringsplannen voor Europa: 56% van de internationale investeerders is van plan om de komende drie jaar in Europa te investeren.

Risico’s

Investeerders noemen vier risico’s met betrekking tot de toekomstige investeringsplannen. Internationale bedrijven zien de financiële markten (valuta, commodities en kapitaalmarkten) en de algemene economische en politieke instabiliteit in de Europese Unie als de twee grootste risico’s (respectievelijk 37% en 32%). De gevolgen van Brexit (28%) en de afname van de wereldhandel (27%) worden ook gezien als serieuze risico’s en volgen op de derde en vierde plaats.

Helmar Klink, Partner International Tax Services bij EY: "Het is bemoedigend dat investeerders nog steeds veel animo hebben om in Europa te investeren ondanks de dreigende instabiliteit en de onduidelijke geopolitieke omgeving. De historische aantrekkingskracht van Europa op investeerders berust voor een belangrijk deel op stabiliteit en voorspelbaarheid. Europa loopt nu het gevaar een 'geopolitiek risicoprofiel' te ontwikkelen dat kenmerkend is voor opkomende markten, maar zonder een bijpassend rendement. De economische groei binnen Europa komt uit banen en innovaties die door internationale bedrijven worden gecreëerd. Europa moet dat koesteren om aantrekkelijk te blijven en groei en werkgelegenheid te behouden."

Nederland scoort hoog als investeringslocatie

Een deel (14%) van de buitenlandse investeerders gevestigd in het Verenigd Koninkrijk is van plan om in de komende drie jaar een aantal of alle Europese activiteiten te verplaatsen wanneer het Verenigd Koninkrijk de Europese markt verlaat. Voor een groot deel is verplaatsing niet aan de orde, bijvoorbeeld omdat de activiteit in het Verenigd Koninkrijk beperkt is tot de lokale markt. Vele anderen investeerders zijn nog afwachtend. Het is dus nog te vroeg om harde voorspellingen te doen. 

Klink: “Het Verenigd Koninkrijk heeft veel voordeel gehad van de Europese Unie; de laatste jaren hebben Amerikaanse en Aziatische bedrijven massaal gekozen voor het Verenigd Koninkrijk als uitvalsbasis voor het bedienen van de Europese vrije markt. De banen die hiermee samen hangen staan nu op de tocht. Deze realiteit lijkt nog niet tot iedereen te zijn doorgedrongen in het Verenigd Koninkrijk.”  

De investeerders die hun investeringen uit het Verenigd Koninkrijk terugtrekken, noemen Duitsland als eerste alternatieve investeringslocatie (54%), gevolgd door Nederland (33%) en Frankrijk (8%). “Dit is een opzienbarend hoge score voor Nederland (gezien de omvang van de Nederlandse economie) en biedt waarschijnlijk veel nieuwe kansen voor zowel ondernemers als werknemers,” aldus EY.  

Slechts 4% van de respondenten geeft aan goed voorbereid te zijn op de onzekerheid die voortvloeit uit de nieuwe risico's en veranderingen door Brexit. Dat percentage moet snel gaan stijgen als de regering van Theresa May eind maart Brexit in gang zet door het lidmaatschap van de Europese Unie op te zeggen. Het is nu zaak voor ondernemers om de mogelijke impact in kaart te brengen, zoals de fiscale consequenties; gevolgen voor invoerrechten, BTW en bronbelastingen.

Gerelateerde artikelen