‘Nederland neemt corruptie te weinig serieus’
Dat Nederland niet hoger staat op de lijst wordt volgens de organisatie in belangrijke mate veroorzaakt door relatief lage scores voor de kwaliteit van de democratie en de rechtsstaat.
Ons land zou volgens TI, ondanks haar aanbevelingen en die van de Groep van Staten tegen Corruptie (GRECO) op deze punten, nog altijd geen vooruitgang hebben geboekt. “Nederland neemt corruptie onvoldoende serieus. En dat is heel schadelijk: het vertrouwen van de burger in de overheid en de rechtsstaat neemt af en een afgezwakt democratisch bestel is minder goed in staat om corruptie te bestrijden'', aldus Paul Vlaanderen, voorzitter van TI-NL.
Volgens de organisatie doet Nederland veel te weinig om te voorkomen dat ambtenaren en politici misbruik maken van hun ambt voor eigen belangen. “Zo wil de Eerste Kamer mogelijke integriteitsschendingen – veelal belangenverstrengeling – zélf onderzoeken. GRECO beveelt nu juist aan dat de Eerste Kamer hiertoe een externe toezichthouder aanstelt. Maar nee, de slager keurt liever zijn eigen vlees. Ook naleving van het geschenkenregister voor giften van 50 euro of meer, wordt niet serieus genomen.’’
Bij het opmaken van de jaarlijkse index wordt gekeken naar corruptie in de openbare sector. Deskundigen bekijken bijvoorbeeld of er sprake is van een vrije pers en in hoeverre omkoping door regeringsleiders wordt bestraft.
Denemarken staat bovenaan de lijst, op de voet gevolgd door Nieuw-Zeeland, Finland en Singapore. Hoewel geen enkel land corruptievrij is, delen de landen aan de top dezelfde kenmerken: openbaar bestuur, persvrijheid, burgerlijke vrijheden en onafhankelijke rechtsstelsels.
Voor het twaalfde jaar op rij is Somalië de hekkensluiter, gevolgd door Syrië en Zuid-Soedan.