‘Nederland moet viability statement invoeren’
Nederlandse bedrijven moeten worden verplicht om een viability statement in te voeren. Dat is een verklaring van de levensvatbaarheid op een termijn van drie tot vijf jaar.
Dat zegt Wiert Smid, voorzitter van de werkgroep Continuïteit en senior director bij het vaktechnisch bureau van PwC, op de website van de NBA. Hij wijst naar Engeland, maar het viability statement al in zwang is.
“Het verplicht een onderneming om de continuïteitsveronderstelling gedetailleerd te onderbouwen in het bestuursverslag. Op die manier krijgt continuïteit niet alleen meer aandacht van het management. Het biedt de accountant ook meer ruimte om bedrijfsspecifiek te rapporteren over de controleaanpak in de controleverklaring.
Hiaat in de financiële rapportage
Smid denkt hiermee een hiaat in de financiële rapportage te ondervangen. moet kunnen afgaan op de betrouwbaarheid van cijfers. Daarvoor moet je ook kijken naar de lange termijn, stelt Smid. “Een accountant heeft inzicht in een aantal zaken, maar voorspellen hoe onzekerheden uitpakken is lastig. Het gaat erom welke toekomstige ontwikkelingen die bekend zijn op het moment dat de jaarstukken worden opgesteld, van invloed kunnen zijn op de financiën van de onderneming.
Smid wijst erop dat een accountant ook moet rapporteren als er geen continuïteitsrisico is. “Dan val je als accountant terug op standaardteksten die niet entiteit-specifiek zijn. Ik denk dat je meer toegevoegde waarde levert wanneer je als accountant alleen rapporteert in situaties waar continuitsrisico’s zijn en ook opschrijft wat je ervan vindt.”
(tekst loopt verder onder het blok)
Smid wijst als voorbeeld op een organisatie die moet voldoen aan allerlei milieuregels en ineens kan worden geconfronteerd met strengere regelgeving met een impact op de continuïteit. “Zoiets kan het management verrassen, maar had de accountant dit kunnen voorzien? En wanneer is een onzekerheid zo materieel dat hij in de controleverklaring moet worden toegelicht?”
“Stel dat een onderneming financiering nodig heeft van de bank. Er staat nog niets op papier maar het bestuur is positief over de uitkomst. De bank geeft een positief signaal af. Alles overziend kan de accountant vaststellen dat er op dat moment geen materiele onzekerheid is over de continuïteit. Dan neemt de accountant het niet op in controleverklaring. Terwijl het wel alsnog mis kan gaan met de bank.”