NBA vraagt maatregel tegen RA voormalig vastgoedimperium gebroeders Geerts

De NBA wil dat de Accountantskamer een maatregel oplegt aan een voormalig directeur uit het vastgoedimperium van de gebroeders Geerts. Deze RA, inmiddels eigenaar van een accountantskantoor, is door de rechtbank en de Hoge Raad veroordeeld tot een boete en een taakstraf omdat hij leiding zou hebben gegeven aan een onjuiste aangifte vennootschapsbelasting.

Door Jan Smit

Zaaknr. 19/2341

De RA, voorheen werkzaam bij KPMG, trad in 1996 in dienst bij Mubavi, een van de vennootschappen van de in 2013 veroordeelde broers Jos en Joop Geerts. In 2000 promoveerde hij bij deze BV tot financieel directeur.

In 2005 ging het vastgoedimperium van de broers failliet. Na aangifte door de curatoren startte het OM een onderzoek naar vermeende malversaties.

De financieel-directeur werd verdacht van valsheid in geschrifte, belastingontduiking en het leiding geven daaraan. Het OM eiste in 2013 een gevangenisstraf van 4 jaar. Uiteindelijk veroordeelde de rechtbank hem tot een boete van 30.000 euro en een taakstraf van 240 uur.

De rechtbank achtte slechts een van de twee klachten bewezen: het leiding geven aan een onjuiste aangifte Vpb door het ‘opzettelijk onterecht opnemen van de willekeurige afschrijving’ van een kantoorpand in Beek. 

Op het voor deze afschrijving vereiste meldingsformulier schreef Mubavi dat het pand 18 september 2002 in gebruik zou zijn genomen. Maar uit stukken en getuigenverklaringen bleek dat het gebouw al op 1 juli dat jaar was verhuurd. Dat verschil is essentieel. Als het pand al op die datum was verhuurd, betekende dit dat er vanaf dat moment geen sprake meer was van een nieuw gebouw. Dat laatste is een vereiste om in aanmerking te komen voor deze afschrijving.

De Belastingdienst wees toepassing van de willekeurige afschrijving daarom af. 
Desondanks is deze wel opgenomen in de jaarstukken en vervolgens in de aangifte Vpb. 

De brief waarin de fiscus Mobavi laat weten niet akkoord te gaan met de afschrijving heeft de RA echter nooit gezien, betoogde deze vrijdag tijdens de zitting. “Ik denk dat die brief is achter gehouden door een van de broers Geerts,” opperde hij. De rechtbank en het Hof achten echter bewezen dat de RA wel van dit schrijven moet hebben geweten.

Daarmee was de zitting nog niet beëindigd. De rechtbank veroordeelde de accountant in 2013. Waarom diende de NBA niet eerder een klacht in?, wilde een van de tuchtrechters weten. “We hebben gewacht tot de zaak onherroepelijk werd,” antwoordde Arjen Sukkel, coördinator juridische zaken van de beroepsvereniging. “Pas na het hoger beroep was dat het geval.” Dat het Hof begin 2018 uitspraak deed en de NBA pas eind 2019 een klacht indiende, is volgens Sukkel te wijten aan ‘onderbezetting’.

Overigens leidt een strafrechtelijke veroordeling van een accountant niet automatisch tot een klacht van de NBA bij het tuchtcollege. Maar het feit waarvoor deze RA is veroordeeld raakt zo aan de kern van het accountantsvak (‘integiriteit’) dat er in dit geval volgens Sukkel voor is gekozen.

De uitspraak: Accountant 10 jaar doorgehaald voor advies valse aangifte

Gerelateerde artikelen