NBA: topman EY handelde niet integer
Bij de verkoop van dochteronderneming Doxis zou een voormalig CFO van Ernst & Young in 2010 vertrouwelijke informatie gebruikt hebben voor eigen gewin. De accountant zelf verklaarde maandag tijdens de tuchtzaak slechts als privépersoon gehandeld te hebben.
De klacht tegen de naar eigen zeggen inmiddels gepensioneerd registeraccountant werd ingediend door beroepsorganisatie NBA. In de kern verwijt de NBA de RA dat hij bij de verkoop van Doxis begin 2010 twee rollen vervulde. In zijn functie bij Ernst & Young (EY) was bij betrokken bij de verkoop. De koper vroeg hem vervolgens of hij aandelen wilde in de nieuw te vormen onderneming. De accountant nam uiteindelijk 50 procent van de aandelen over. Zijn werkgever stelde hij niet op de hoogte. Hier was sprake van belangenverstrengeling. ,,Hij kreeg vertrouwelijke informatie over de overname en gebruikte die vervolgens als investeerder”, aldus de NBA. Volgens de beroepsorganisatie was de CFO zeer nauw betrokken bij het afstoten van de dochteronderneming van EY. En de verkoop was nog niet definitief toen hij als investeerder instapte. ,,Hij moest de belangen van het kantoor behartigen, maar bij de financiering keek hij naar zijn eigen belang. Hij had moeten erkennen dat dit een professionele bedreiging was.” De topman handelde zo niet integer.
De zaak kwam in augustus 2011 in het nieuws toen de verkoop van Doxis onderdeel was van een kort geding bij de rechtbank in Rotterdam. Dat was ook het moment dat de NBA voor het eerst over de zaak hoorde. De AFM was echter al in oktober 2010 op de hoogte. De Accountantskamer kreeg via een ansichtkaart een anonieme melding binnen over de kwestie. De NBA kreeg naar eigen zeggen pas in maart 2012 deze informatie, inclusief de ansichtkaart, in handen. Volgens de raadsman is de klacht verjaard. De advocaat noemde de klacht van de beroepsorganisatie bovendien fictief. ,,Er is geen onderbouwing. Er is geen sprake geweest van schending van fundamentele gedragsregels.” Zijn cliënt was niet betrokken bij het vaststellen van de prijs van de onderneming of met het benaderen van externe partijen.
Doxis stond aanvankelijk te koop voor 6,2 miljoen euro. De prijs zakte later naar 2,5 miljoen. De onderneming werd uiteindelijk door EY verkocht voor 1,4 miljoen euro. ,,Pas nadat alle onderhandelingen waren afgerond, nam mijn cliënt deel aan gesprekken over een financiering.” De voorwaarden en de koopprijs waren al akkoord, een bankfinanciering was al geregeld. De financiering van de accountant was ook niet bedoeld voor de koop, maar als aanvulling. De koper wilde zekerheid dat hij de operationele kosten na de overdracht kon dragen. Bovendien had iedereen die als potentieel investeerder gevraagd zou worden, dan alsnog dezelfde informatie gehad, aldus de raadsman.
De koper benaderde de accountant voor financiering omdat hij eerder namens EY commissaris was geweest in de onderneming. De RA bekeek naar eigen zeggen het verzoek en woog het ’technisch af’. De nieuwe onderneming had voor 95 procent andere klanten dan EY en kwam ook helemaal los te staan van de organisatie waarvoor hij werkte. ,,De emotie die hierover later is ontstaan, heb ik niet juist ingeschat.” Ondanks het feit dat hij niet vond dat hij onjuist gehandeld had, accepteerde hij toch een vertrek bij het kantoor. Waarom, wilde de Accountantskamer weten. ,,Ik nam mijn verlies”, zei de oud-topman. ,,Vechten had geen zin. Mijn zakken zijn niet zo diep als die van de organisatie.”De accountant zegt persoonlijk beschadigd te zijn in deze hele affaire. ,,Niemand is door mijn
handelen benadeeld.”
Vonnis over 10 tot 15 weken.
Zaaknummer: 14/1190
Michiel Satink / JPZ