‘NBA ontduikt internationale controlestandaard’
De NBA heeft controlestandaarden vastgesteld die afwijken van de International Standards on Auditing. Het gaat om standaarden voor de wettelijke controle van de jaarrekening van ondernemingen.
Deze beschuldiging komt van Alexander Vissers RA, voorzitter van de Rooms Katholieke Nederlandse Antarctica Vereniging St. Servatius en St. Pancratius. Hij uit zijn beschuldiging in een opiniebijdrage op Accountant.nl. De NBA ontkent het schenden van internationale controlestandaarden.
Vissers verwijst naar NVCOS Standaard 700 29A, die de NBA in februari gewijzigd heeft. Daar staat dat de accountant in de controleverklaring in een aparte sectie 'Controleaanpak continuïteit' dient aan te geven hoe de accountant heeft ingespeeld op het hanteren door het management van de continuïteitsveronderstelling bij het opstellen en presenteren van de financiële overzichten en gebeurtenissen of omstandigheden die gerede twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de entiteit om haar continuïteit te handhaven.
Volgens Vissers is deze bepaling strijdig met het Unierecht. “Met name de bepaling vastgelegd in artikel 25bis Richtlijn 2006/43/EG is ingevoegd, die uiterlijk in 2016 had moeten worden omgezet in nationaal recht”, betoogt Vissers.
“De bepaling is tevens in strijd met de duidelijke scheiding in inhoud tussen het controleverslag en de rapportage aan het toezichtsorgaan, zoals vastgelegd in artikel 10 en artikel 11 van Verordening 2014/537/EU.”
“Artikel 25bis van die verordening in de Nederlandse vertaling luidt: "Biedt de wettelijke controle geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de gecontroleerde entiteit."
Dit is volgens Vissers een slechte vertaling van de oorspronkelijke Engelstalige tekst van de standaard, die luidt: "The scope of the statutory audit shall not include assurance on the future viability of the audited entity."
Vissers stelt dat het Europees recht iedere controleaanpak continuïteit uitdrukkelijk uitsluit. “Hoewel de continuïteit geen object van controle is, kunnen tijdens de controle feiten en omstandigheden ter kennis van de externe accountant komen die naar zijn oordeel aanzienlijke twijfel oproepen ten aanzien van de continuïteit”, schrijft Vissers. “Dat betekent echter niet dat de accountant daar (gericht) onderzoek naar mag verrichten.”
De NBA bestrijdt dat de gewijzigde standaard strijdig is met Europees recht. “De gewijzigde controlestandaarden vereisen dat accountants meer informatie geven over de gehanteerde controleaanpak voor continuïteit”, zo argumenteert de NBA.
“Dit is een verplichting om te rapporteren, daarom is deze verplichting geplaatst in Standaard 700. Deze nieuwe bepaling vereist echter geen aanvullende controlewerkzaamheden van de accountant. Standaard 570 – Continuïteit vereiste immers al dat de accountant werkzaamheden verricht om vast te stellen dat de continuïteitsveronderstelling die het management heeft gehanteerd, geschikt is.”
Volgens de NBA is zij bevoegd om nationale controlestandaarden toe te passen, zolang de Europese Commissie geen internationale standaard voor een onderwerp heeft goedgekeurd. Op grond van de Wet op het accountantsberoep heeft Nederland die taak bij de NBA neergelegd; volledig in lijn met deze bepaling, aldus de NBA.