NBA: kwaliteit kantoor onder de maat

Te veel onduidelijkheid leidde tot een kantoortoets met uiteindelijk een negatief oordeel. De NBA besloot vervolgens ook naar de tuchtrechter te stappen. De beklaagde was niet duidelijk wat de NBA nu eigenlijk van hem wilde.

Zaaknr. 17/1623

Het stelsel van kwaliteitsbeheersing van het kantoor uit de omgeving van Amsterdam voldeed niet, vond de NBA maandag bij de Accountantskamer. Omdat antwoorden op vragen stelselmatig uitbleven werd een toetser gestuurd. De jaarrekening van het kantoor was niet tijdig gedeponeerd, opdrachtbevestigingen waren onduidelijk, personeelsdossiers waren niet compleet en het kantoorhandboek was niet op orde. Ook ontdekte de NBA een volgens haar zeer ongebruikelijke werkwijze: cliënten verzochten wel om cijfers maar wilden geen samenstelling van de jaarrekening of het deponeren ervan want dat deden ze zelf wel. Dat ontslaat de accountant echter niet van de verantwoordelijkheid te controleren of die klanten daadwerkelijk jaarrekeningen deponeerden. Bovendien stond hierover niets in de opdrachtbevestigingen, aldus de klager. Dat de personeelsdossiers niet op orde en de jaarrekening van zijn eigen kantoor niet tijdig gedeponeerd was, erkende hij. Opvallend, want als accountant hoor je te weten dat het van belang is dat de jaarrekening tijdig wordt ingeleverd. 

Op zijn beurt hekelde de beklaagde de wijze van communiceren van de NBA. Zo werd zijn kwaliteitshandboek beoordeeld op basis van assurance-opdrachten terwijl hij die in die boekjaren niet deed. Dat zijn eigen jaarrekening te laat was gedeponeerd, daarmee was geen crediteur benadeeld. De enige crediteur die er was, dat was de Belastingdienst en daarmee was hij in overleg. Hij meende dat de klacht ongegrond was. Dat hij een zorgplicht had ten aanzien van klanten die zelf hun jaarrekeningen wensten samen te stellen en te deponeren, daarmee was hij het oneens. Zo ver reikte zijn verantwoordelijkheid niet, vond hij. Hij had hierover ook geen aantekeningen gemaakt in zijn dossier.

Dat de NBA de accountant een gebrek aan kwaliteit verweet, was iets dat ze zichzelf mogelijk ook kon verwijten. Een van de leden van de Accountantskamer wees de klager erop dat de accountant bijna twee jaar in het ongewisse is gelaten door de NBA. In december 2015 werd geconcludeerd dat bij het kantoor de boel niet op orde was. Vervolgens duurde het zeven maanden voordat de accountant per brief werd gemeld dat een klacht zou volgen. En die klacht werd vervolgens weer een jaar na die brief ingediend. ,,Het had zeker sneller gekund'', antwoordde een van de gemachtigden van de NBA.

Een maatregel zou de accountant zeer onterecht vinden, zei hij. Vonnis over circa vijftien weken.

Auteur: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle

Gerelateerde artikelen