NBA door het stof wegens niet aanpakken examenfraudes

Beroeporganisatie NBA gaat door het stof om het eigen onvermogen om op te treden tegen de examenfraude die de accountancy deed schudden op de grondvesten. Bij het een na het andere kantoor werd duidelijk dat accountants hadden gefraudeerd met antwoorden voor verplichte examens. Maar de NBA is tot de conclusie gekomen dat er geen instrumenten zijn om op te treden tegen deze misstanden. “Het dossier examenfraude werpt een forse smet op de sector en leidt terecht tot kritische vragen over de cultuur in accountantsorganisaties”, zo zegt de NBA.
De NBA ziet door deze gang van zaken af van verdere maatregelen tegen de examenfraude door accountants, meldt de organisatie in de publieke verantwoording over de afhandeling van examenfraudes door accountants. Het eigen instrumentarium is niet toereikend om dossiers van individuele accountants te krijgen. Dat maakt een gang naar de tuchtrechter onmogelijk. Medewerking van de betrokken kantoren schiet tekort en de juridische mogelijkheden van de NBA zijn ontoereikend om medewerking af te dwingen.
In de regelgeving van de NBA is het middel van een incidentenonderzoek geregeld (Verordeningen op de kwaliteitsbeoordelingen). Een incidentenonderzoek is een onderzoek naar vermeende tekortkomingen in de beroepsuitoefening van een individuele accountant. Een accountant is verplicht om mee te werken aan een incidentenonderzoek.
Onvoldoende juridische basis
Een nadere beschouwing heeft geleerd dat het middel van een incidentenonderzoek niet een voldoende juridische basis biedt om van een individuele accountant tot wie het incidentenonderzoek zich niet richt, te verlangen dat deze informatie verstrekt over andere accountants.
Daarom hield de NBA tot nu toe vast aan het voorleggen van individuele gevallen van ernstige examenfraude aan de tuchtrechter. De NBA vroeg daarvoor bij herhaling aan accountantsorganisaties om dossiers, ter onderbouwing van zulke tuchtklachten, maar kreeg die niet.
Onderzoek naar leidinggevende accountants
De NBA heeft onderzocht of het mogelijk is het incidentonderzoek te richten op de ‘leidinggevende accountants’ (heads of audit, assurance leaders) in de oob-organisaties. In dat geval zou het echter geen tuchtrechtelijke opvolging zijn voor examenfraude, maar voor een weigering om mee te werken aan een incidentenonderzoek naar examenfraude begaan door anderen binnen de organisatie.
Maar ook daar heeft de NBA van afgezien. Een eventuele onherroepelijke tuchtrechtelijke maatregel laat meer dan een jaar op zich wachten. Ook dan komt het niet tot het verkrijgen van de ‘namen en dossiers’ van de ernstige gevallen van examenfraude. Het NBA-bestuur wil nu met de accountantsorganisaties overleggen over alternatieve vormen van publieke verantwoording.
Zowel binnen die organisaties als door de NBA wordt nog gekeken naar de oorzakenanalyse van de examenfraude.