Naheffing omzetbelasting bij exploitant onroerende zaken; correctie privégebruik

Rechtbank Gelderland heeft de naheffing van omzetbelasting voor het privégebruik van een pand door een exploitant van onroerende zaken in stand gelaten. Volgens de rechter heeft de onderneemster niet aannemelijk gemaakt dat er een concreet voornemen bestaat tot belaste verhuur.

Een onderneemster exploiteert onroerende zaken. Zij heeft gedurende de jaren 2008 tot en met 2011 panden als woningen verhuurd. Ook heeft zij panden belast verhuurd.

De vrouw heeft in 2001 een bedrijfspand/woonhuis gekocht, met daarbij gelegen 4 hectare grond. Op dit perceel heeft zij een nieuw pand laten bouwen. De bouw daarvan is aangevangen in 2008. Medio 2009 is het pand opgeleverd.

Naar aanleiding van een boekenonderzoek zijn naheffingsaanslagen OB opgelegd.

Voor wat betreft de panden met de woonbestemming oordeelt Rechtbank Gelderland dat de onderneemster niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een concreet voornemen bestaat tot belaste verhuur. Verbouwing van de panden tot kantoorruimte heeft niet plaatsgevonden. Vooraftrek die is begrepen in facturen die betrekking hebben op deze panden is niet mogelijk. De vrouw heeft nog wel recht op een aanvullende aftrek waardoor per saldo de naheffingsaanslag over 2008 moet worden vernietigd.

Voor wat betreft de naheffingsaanslag over de jaren 2009 tot en met 2011 vindt omkering en verzwaring van de bewijslast plaats. De Inspecteur maakt aannemelijk dat een aanzienlijk bedrag aan OB niet geheven is in verband met privécorrectie voor gebruik van het nieuwe pand.

Volgens de Rechtbank heeft de Inspecteur bij de berekening van het privégebruik van het pand een redelijke schatting gemaakt door uit te gaan van 97,4% privégebruik. Ook alle overige correcties blijven in stand.

De opgelegde boete wordt ambtshalve verminderd wegens overschrijding van de redelijke termijn. Voorts wordt het verzoek tot vergoeding van immateriële schade toegewezen.

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen