Na overstap naar elektrische auto ook rittenadministratie bijhouden
In een kalenderjaar zijn achtereenvolgens een auto met een 25%-bijtelling en een auto met een 0%-bijtelling door een werkgever aan zijn werknemer ter beschikking gesteld. De laeserijder heeft gedurende de periode dat hem de auto met een 25%-bijtelling ter beschikking was gesteld, een rittenadministratie bijgehouden. De werkgever heeft in deze periode de bijtelling privégebruik auto op het loon achterwege gelaten. De werknemer heeft gedurende de periode dat hem de auto met een 0%-bijtelling ter beschikking was gesteld, geen rittenadministratie bijgehouden. De Belastingdienst heeft de werknemer een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd voor de periode dat hem de auto met een 25%-bijtelling ter beschikking was gesteld.
De leaserijder heeft niet overtuigend aangetoond dat hij met de hem ter beschikking gestelde auto’s op kalenderjaarbasis minder dan 500 kilometer privé heeft gereden. Dat de werknemer, voor het tijdvak waarin hij de eerste hem ter beschikking gestelde auto een sluitende kilometeradministratie heeft, is daartoe onvoldoende. De grens van 500 kilometer op kalenderjaarbasis wordt niet vastgesteld per personenauto, maar betreft het privégebruik van alle in dat jaar ter beschikking gestelde personenauto’s. Een bijtelling van 0% op het loon door de werkgever is niet gelijk te stellen aan het rijden met een eigen auto door de werknemer zonder enige bijtelling. Het opleggen van de aanslag was verder voldoende voorzienbaar en kenbaar voor de werknemer. De naheffingsaanslag is terecht en naar het juiste bedrag opgelegd.