Moederbedrijf Hudson’s Bay moet huur doorbetalen na einde contract

Het Canadese moederbedrijf van winkelketen Hudson's Bay is door twee Nederlandse rechters in kort geding veroordeeld om ruim 3 miljoen euro aan huurpenningen voor Nederlandse winkelpanden in Tilburg en Almere te betalen. Die huurpenningen zien op periodes nadat de huurcontracten zijn opgezegd maar waarvan betaling door het moederbedrijf is gegarandeerd.

De Nederlandse onderneming van Hudson's Bay is op 31 december 2019 failliet verklaard. De huurcontracten voor winkelpanden in Tilburg en Almere zijn door de curator per 1 maart 2020 voortijdig opgezegd. De huurcontracten waren oorspronkelijk voor langere periode aangegaan en het moederbedrijf had een garantie afgegeven voor nakoming van de huurbetalingen gedurende de eerste tien jaar. Na opzegging van de huurcontracten stonden de winkelpanden leeg of zijn ze tegen veel lagere prijzen verhuurd. Ondanks het eindigen van de huurcontracten kunnen de verhuurders volgens de rechters een beroep doen op de garantie van het moederbedrijf. De huurprijs over de periode vanaf 1 maart 2020 tot eind 2020 respectievelijk begin 2021 is in kort geding (na aftrek van huurpenningen van andere huurders in die periode) toegewezen. Het concern moet de verhuurders van de panden in Almere en Tilburg, Unibail-Rodamco-Westfield en Wereldhave, respectievelijk ruim 1,3 miljoen en dik 1,8 miljoen euro betalen.

Deze twee kort geding uitspraken maken vrijwel zeker geen einde aan de juridische strijd tussen het moederbedrijf van Hudson's Bay en Nederlandse verhuurders. Het belooft enerzijds weinig goeds voor Hudson's Bay in vervolgprocedures. In het ergste geval leidt de garantie tot aanvullende betalingsverplichtingen in de toekomst. Anderzijds blijkt dat de Nederlandse verhuurders veel moeite moeten doen om hun geld te incasseren. Hudson's Bay wordt ervan beschuldigd dat zij schuldeisers frustreert in verhaal van hun vorderingen, bijvoorbeeld door een groot deel van haar vermogen naar een vennootschap in Bermuda over te hevelen. De toekomst van Hudson's Bay is bovendien onzeker omdat het concern veel last schijnt te hebben van de coronacrisis en mogelijk van de beurs wordt gehaald. Het is dus maar de vraag of en wanneer de Nederlandse verhuurders hun vorderingen incasseren.