Minimumjeugdloon vanaf 21 jaar wordt afgeschaft
De komende jaren gaat het minimumjeugdloon in stappen omhoog, zodat jongeren van 21 het minimumloon (WML) gaan verdienen. Het loon van jongeren van 18, 19 en 20 zal meestijgen om het risico te beperken dat de verschillende leeftijden een rol gaan spelen bij het aannemen van mensen. Om baanverlies te voorkomen, neemt het kabinet compenserende maatregelen. Daarnaast wordt de stukloonbepaling gewijzigd. Betaling op basis van stukloon blijft mogelijk, maar werknemers gaan tenminste WML verdienen.
Kabinet, werkgevers en werknemers stellen verder vast dat de doelstellingen van de Wet werk en zekerheid (Wwz) breed gedragen worden, maar dat de wet in de uitvoering op onderdelen bijsturing vraagt. Kabinet, coalitie en sociale partners vinden dat hierbij snelheid geboden is, zeker waar het gaat om het seizoenswerk.
Werkgevers en werknemers krijgen de mogelijkheid om voor seizoensgebonden werk bij cao een uitzondering op de Wwz te maken. In de wet is vastgelegd dat werknemers na een opeenvolging van drie contracten (met een tussenpoos van ten hoogste zes maanden) een vast contract moeten krijgen. Voor werknemers die vanwege natuurlijke of klimatologische omstandigheden maximaal negen maanden per jaar aan het werk kunnen, mag de tussenpoos in deze ketenbepaling bij cao op ten hoogste drie maanden worden gesteld in plaats van de wettelijke zes.
Werknemers die langdurig ziek zijn, houden recht op een transitievergoeding maar hun werkgever wordt gecompenseerd uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Hier zal een verhoging van de (uniforme) premie tegenover staan.