Miljoenennota 2017: Overheidsfinanciën verbeterd en groei zet door
'Het tij is gekeerd. We hebben weer vaste grond onder de voeten. We kunnen weer verder vooruit kijken en investeren in kansen voor mensen', aldus minister Dijsselbloem van Financiën bij de aanbieding van de Miljoenennota 2017.
Overheidsfinanciën verder verbeterd
Het overheidstekort dat tijdens het dieptepunt van de crisis in 2009 was opgelopen tot boven de 5 procent, komt volgend jaar naar verwachting uit op 0,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De staatsschuld daalt volgend jaar verder naar 62 procent van het bbp. De hervormingen van het kabinet hebben ervoor gezorgd dat publieke voorzieningen zoals onderwijs, zorg en sociale zekerheid betaalbaar blijven.
Koopkracht en investeringen 2017
De overheidsfinanciën staan er nu beter voor dan aan de start van het kabinet in 2012 was voorzien. Daardoor is er ruimte om vanaf 2017 structureel € 1,1 miljard vrij te maken voor de koopkracht, zodat alle groepen – mensen met een baan of een uitkering en gepensioneerden – profiteren van de verbeterde economische situatie. Daarnaast wordt € 1,5 miljard uitgetrokken voor onze veiligheid, het onderwijs en de zorg.
Terreuraanslagen en gewapende conflicten maken het noodzakelijk om te investeren in veiligheid. Het kabinet geeft daarom € 450 miljoen extra uit aan Veiligheid en Justitie, waarvan ruim € 200 miljoen naar de Nationale Politie gaat. Er gaat € 300 miljoen naar Defensie, waarvan ruim 200 miljoen voor de strijdkrachten. Om ongelijkheid tegen te gaan wordt voor de bestrijding van kinderarmoede structureel 100 miljoen uitgetrokken. Dit geld is bijvoorbeeld bedoeld voor sport, schoolspullen en zwemles, zodat alle kinderen mee kunnen doen. Ook wordt geld vrijgemaakt voor kansengelijkheid en een betere doorstroming in het onderwijs. Verder schrapt het kabinet de geplande bezuinigingen op de langdurige zorg.
Maatschappelijke uitdagingen
Het kabinet wil nog deze kabinetsperiode besluiten nemen om de investeringen in Nederland verder te stimuleren. Het gaat daarbij om de faciliteiten voor het bedrijfsleven en grote maatschappelijke uitdagingen zoals energietransitie, verduurzaming, infrastructuur en
onderwijs.
Het kabinet wil dat doen door investeringsmogelijkheden van de markt en de overheid beter op elkaar te laten aansluiten en de faciliteiten voor het bedrijfsleven efficiënter in te zetten. Het accent verschuift van subsidies naar ondersteuning van financiering. De meeste Europese landen spelen hierop in met een nationale investeringsbank die instrumenten bundelt en zo snel en adequaat kan reageren op nieuwe financieringsbehoeften. Het kabinet besluit nog dit jaar hierover.