‘Milieubelastingen en -heffingen in Nederland relatief hoog’
Het aandeel van de milieubelastingen in de totale inkomsten uit belastingen en sociale premies komt in 2013 in Nederland uit op 9 procent. Alleen in Griekenland, Kroatië, Bulgarije en Slovenië is het percentage hoger. Het gemiddelde voor de Europese Unie ligt op 6,3 procent. Vergeleken met andere EU-landen zijn de milieubelastingen en -heffingen in Nederland dus relatief hoog.
De overheid zet verschillende middelen in om milieuverontreiniging te voorkomen of te beperken. Belastingmaatregelen en het toekennen van milieusubsidies zijn daar voorbeelden van. De regering streeft naar een ‘groene groei’ van de economie. Of de economie van een land daadwerkelijk groener is geworden, wordt afgemeten aan de ontwikkeling van een breed scala aan indicatoren. Het aandeel van de milieubelastingen en -heffingen in de totale opbrengsten van belastingen en sociale premies is daar één van.
In alle EU-landen is het leeuwendeel van de milieubelastingen en -heffingen gerelateerd aan het verbruik van energie. In Nederland hebben deze belastingen een aandeel van 5,3 procent in het totaal van belastingen en sociale premies (2013). Dit bezorgt Nederland een positie in de middenmoot van Europa. Het aandeel van belastingen op transport, zoals de motorrijtuigenbelasting, komt op 2,6 procent, goed voor een vierde plaats in Europa. Met de belastingen en heffingen op vervuilende activiteiten en grondstoffen, zoals de waterverontreinigingsheffing en de grond- en leiding- waterbelasting, is Nederland een koploper in Europa. Hoewel deze heffingen slechts 1,2 procent bijdragen, scoort Nederland hier een derde plaats, achter Kroatië en Slovenië.
Nederland behoort ook tot de koplopers in de verhouding tussen de opbrengst van milieubelastingen en -heffingen in relatie tot het bruto binnenlands product (de ‘groene belastingdruk’). De opbrengst van milieubelastingen en -heffingen bedraagt in Nederland 3,3 procent van het bbp. Het Europese gemiddelde is 2,5 procent.