Meerderheid CFO’s bezorgd over kenniskloof na vertrek babyboomers
Een ruime meerderheid van Nederlandse CFO’s is bezorgd dat vergrijzing in de komende twee jaar een negatieve invloed zal hebben op het bedrijf.
De komende 25 jaar gaan de babyboomers (geboren tussen 1946 en 1964), volgens cijfers van het CBS met pensioen. Uit onafhankelijk onderzoek van Robert Half, arbeidsbemiddelaar op het gebied van financiële en administratieve professionals, blijkt dat een ruime meerderheid (62%) van de Nederlandse CFO’s bezorgd is dat de potentiële kenniskloof die ontstaat door de vergrijzing in de komende twee jaar een negatieve invloed zal hebben op het bedrijf. Bedrijven proberen zich dan ook op verschillende manieren hierop voor te bereiden.
Stephan Renken, directeur Robert Half Nederland licht toe: “Steeds meer babyboomers die gedurende hun carrière uitgebreide ervaring en ‘knowhow’ hebben opgebouwd, gaan de komende jaren met pensioen. Hierdoor zien bedrijven veel kennis en kunde vertrekken en dreigen ze met een tekort aan expertise geconfronteerd te worden. Om de expertise en de ‘knowhow’ van deze medewerkers niet verloren te laten gaan, moeten bedrijven dan ook een prioriteit maken van toekomstgericht talentmanagement.”
Interne en externe oplossingen
De overgrote meerderheid van de bedrijven neemt dan ook maatregelen om een potentiële kenniskloof ten gevolge van de pensionering van de babyboomgeneratie tegen te gaan. Bedrijven doen in grote mate een beroep op externe oplossingen: meer dan een derde (34%) van de financieel verantwoordelijken geeft aan dat ze talent op senior niveau zullen aannemen ter vervanging van werknemers die met pensioen gaan. Nog eens 22 procent zegt daarnaast jonge talenten aan te nemen die hun vaardigheden verder kunnen ontwikkelen zodat ze op korte termijn volwaardig kunnen worden ingezet in het bedrijf.
Bedrijven kijken ook naar interne voorbereidingen. Bijna een derde (32%) van de CFO’s en financieel directeuren zorgt voor opleidingsprogramma’s en programma’s voor professionele ontwikkeling van het bestaande personeel. Om te anticiperen op het vertrek van senior medewerkers op belangrijke posities, ontwikkelt 18% ook opvolgingsstrategieën. En 26% geeft aan door mentorprogramma’s en kennisoverdracht te garanderen dat zoveel mogelijk waardevolle kennis en vaardigheden in huis blijven.
Stephan Renken gaat verder: “Een belangrijke eerste stap in het voorkomen van negatieve gevolgen van een potentiële kenniskloof is een grondige inventarisatie van de kernvaardigheden die bedrijven in huis hebben en die ze moeten vervangen. Mogelijke opvolgers moeten dan ook tijdig klaargestoomd worden aan de hand van specifieke opleidingsprogramma’s. Voor de expertise die intern niet aanwezig is, moeten bedrijven tijdig op zoek gaan naar nieuwe werknemers. Voor deze extra vacatures houden bedrijven rekening met zowel senior als junior profielen.”
Verhoging AOW-leeftijd
De AOW-leeftijd gaat stapsgewijs omhoog en in 2021 moeten Nederlanders tot hun 67ste jaar doorwerken. Dit betekent dat er de komende jaren nog heel wat babyboomers aan het werk blijven. Bedrijven zien in dat deze generatie – dankzij hun uitgebreide ervaring en expertise – zeer waardevol is en leveren daarom inspanningen om babyboomers aan te trekken en te behouden door hun voordelen aantrekkelijker te maken (20%) of door hun flexibele en/of parttime werkregelingen aan te bieden (12%).
“Bedrijven leveren inspanningen om babyboomers aan te trekken en te behouden omwille van hun intellectueel kapitaal en ervaring. Zo vormt ook het inzetten van senior werknemers op interim-basis een ideale manier om de kennis van de babyboomers binnen het bedrijf te houden terwijl ze tegelijk de nodige flexibiliteit krijgen”, aldus Stephan Renken.