Meer tijd nodig voor verbetering van premiepensioen
Dat zegt de staatssecretaris in een brief aan de Tweede Kamer met de actuele planning van pensioenonderwerpen.
Klijnsma: ‘Bij de aanpassing van het wettelijk kader komen complexe juridische en uitvoeringstechnische vragen op, die in het wetsvoorstel beantwoord moeten worden. Voorbeelden daarvan zijn de concrete invulling van de zorgplicht voor pensioenuitvoerders, ingeval de deelnemer de verantwoordelijkheid krijgt voor de beleggingen tijdens de uitkeringsfase en van het ‘prudent person’ beginsel dat uitvoerders van premieovereenkomsten bij hun beleggingsbeleid dienen te hanteren. Een ander voorbeeld betreft de vormgeving van de keuzemogelijkheden die de deelnemer in de optimale premieovereenkomst (minimaal) zou moeten hebben. Verder wordt onderzocht welke normering nodig is om te voorkomen dat de deelnemer met te grote schommelingen in het pensioen wordt geconfronteerd, alsmede hoe de optimale premieovereenkomst binnen het fiscale kader voor deze overeenkomsten is in te passen. Om onnodige complexiteit en versnippering van de regelgeving te voorkomen dient het wettelijk kader voor de optimale premieovereenkomst zo veel mogelijk consistent te zijn met dat voor andere pensioenovereenkomsten.’
De staatssecretaris verwacht dat de afronding van het concept wetsvoorstel nog circa tien weken duurt. Klijnsma: ‘Met de besluitvorming over en de formele vaststelling van het wetsvoorstel zijn naar verwachting nog circa vijf maanden gemoeid. Het wetsvoorstel kan in dat geval tegen het eind van dit jaar worden ingediend. Ik houd daarbij de mogelijkheid van een internetconsultatie tijdens de zomer open, mits dat past in het geschetste tijdpad. Bij een voortvarende behandeling in beide Kamers kan het gewijzigde wettelijk kader voor premieovereenkomsten dan op 1 juli 2016 in werking treden.’