Meer fouten in rapportages wanneer accountant in bestuur zit
Dat blijkt uit een tien jaar omspannende studie van drie Amerikaanse hoogleraren, “Do Auditors Recognize the Potential Dark Side of Executives’ Accountting Competence”. Hierover schrijft het FD.
De conclusies van de wetenschappers zijn tweeledig. Enerzijds weten business accountants beter hoe financiële rapportages in elkaar moeten steken. Anderzijds beseffen ze goed hoe ze cijfers kunnen oppoetsen of zelfs manipuleren.
Het risico zit volgens de onderzoekers vooral in de combinatie van een accountant in het bestuur en andere frauderisico's, zoals verkeerde beloningsprikkels. Of, zoals de onderzoekers het formuleren: “De duistere zijde van de accountantsdeskundigheid komt tevoorschijn wanneer er meer prestatiegerichte beloningsprikkels aanwezig zijn.”
De onderzoekers letten erop bij welke bedrijven de bestuurders bovengemiddeld betaald kregen. Als er bij die groep bedrijven geen accountant in het bestuur zit, bevatten de gepubliceerde cijfers vier procent meer fouten. Zit er wel een accountant in het bestuur, dan ligt het aantal fouten 30 procent boven het gemiddelde. De bestuurder kan zijn deskundigheid gebruiken om fouten beter te verbergen, of aanpassingen vooruit te schuiven wanneer de externe accountant fouten vaststelt.
Verder leidt het ‘buddy-effect’ tot een bias bij controlerende accountants. Zij vertrouwen hun gelijken meer dan mensen met een andere achtergrond. De gemeenschappelijke achtergrond leidt tot vertrouwen, waardoor de controlerende accountants minder sceptisch zijn ten opzichte van het management als ze misschien zouden moeten zijn.