Meer CFO’s positief over economische vooruitzichten
Verder voorziet driekwart van de Europese CFO’s in het komende jaar geen verdere stijging in de kosten van schuldfinanciering. Daarnaast verwacht de helft van de Europese CFO’s dat de huidige schuldenlast bij bedrijven invloed zal hebben op de investeringsmogelijkheden in de toekomst.
Beleid en regelgeving als sleutel voor economisch herstel
Het aantal Europese financiële directeuren dat positief gestemd is over de economische vooruitzichten is in het laatste kwartaal van 2016 aanzienlijk verbeterd. Momenteel zegt 40% positiever te zijn over de economie terwijl in het voorgaande kwartaal slechts 28% optimistischer was ten opzichte van het kwartaal daarvoor. Het grotere aantal optimisten moet zich alleen nog vertalen naar een daadwerkelijke verbetering in het gemiddelde optimismeniveau. Deze blijft met 56,6 (gemeten op een schaal van 100) vrijwel gelijk met het niveau van het derde kwartaal. Naast economische onzekerheid, noemen Europese CFO’s desgevraagd vooral het huidige overheidsbeleid en regelgeving als enkele van de grootste zorgpunten op de agenda.
Dat doelmatig beleid en regelgeving – en zelfs het vooruitzicht daarop – de aangewezen instrumenten zijn om economisch herstel te activeren, blijkt eens te meer uit het huidige sentiment onder de Amerikaanse CFO’s. Als gevolg van de recente overwinning van Trump, is het aantal optimisten onder de financiële topmanagers in de VS sinds een decennium niet meer zo hoog geweest. Was in voorgaande kwartalen hooguit 26% gunstig gestemd over de economische vooruitzichten, in dit laatste kwartaal is dat aandeel gestegen tot maar liefst 64%. Ook het gemiddelde optimismeniveau liet een enorme opleving zien, van 60,6 (op een schaal van 100) in het derde kwartaal naar 66,5 in dit laatste kwartaal.
Ruim de helft van de Amerikaanse financieel directeuren is dan ook positief over de financiële vooruitzichten van het eigen bedrijf. Dit optimisme komt voornamelijk door de plannen die Trump heeft aangekondigd om belastingen drastisch te verlagen en regelgeving te reduceren of te versoepelen. Hoewel de details van deze plannen nog verre van duidelijk zijn, zegt 20% van de CFO’s nu al dat ze meer personeel willen gaan aannemen en meer gaan investeren. Nog eens 16% wil de bedrijfsuitgaven gaan opschroeven.
Huidige schuldfinanciering ondermijnt de toekomstige investeringsmogelijkheden
Aan de andere kant is er weinig verandering in het aantal Europese CFO’s dat positief gestemd is over de financiële vooruitzichten van het eigen bedrijf. De trend die begin 2016 is ingezet, blijft ook in dit laatste kwartaal gehandhaafd met slechts 39% gunstig gestemd, waarbij het gemiddelde optimisme over het eigen bedrijf gedaald is naar 60,6 (op een schaal van 100) tegenover 63,4 in het vorige kwartaal.
Bijna eenderde van de ondervraagden is ervan overtuigd dat bedrijven binnen hun sector nu teveel zijn blootgesteld aan financieringsrisico’s van schulden die zij de laatste drie jaar zijn aangegaan. 45% van de financieel directeuren geeft aan dat deze schuldfinanciering voornamelijk is besteed aan activiteiten gericht op productiviteit en economische groei, zoals het aannemen van personeel en het faciliteren van kapitaalinvesteringen en acquisities. Toch hebben bedrijven in dit vierde kwartaal hun geplande bedrijfsuitgaven voor de komende twaalf maanden flink teruggeschroefd.
‘Dat zij hun uitgavenpatroon naar beneden bijstellen, komt de economische groei op termijn uiteindelijk niet ten goede,’ vertelt Kees Koedijk, decaan en directeur van TIAS Business School.‘Zo lag bijvoorbeeld de geanticipeerde groei in kapitaalinvesteringen gedurende de afgelopen drie kwartalen nog tussen de 6% en 10%, terwijl deze nu gemiddeld op nog slechts 2,7% uitkomt. Ook de verwachte groei in uitgaven voor technologie zien we dit kwartaal gehalveerd tot slechts 2,1% en die van marketing en R&D komen uit op een marginale 1,7% en 2,1%. Voorlopig kunnen we ook niet rekenen op grote verbetering. Meer dan de helft van de financieel directeuren verwacht namelijk dat de opgebouwde schuldenlast van bedrijven waarschijnlijk de toekomstige investeringsmogelijkheden van diezelfde bedrijven zal ondermijnen.’