Maximering zittingsduur raakt 20% van commissarissen

De voorstellen van de Monitoring Commissie om de zittingsduur van commissarissen terug te brengen van twaalf jaar naar acht jaar, kunnen ingrijpende gevolgen hebben. Het treft namelijk 20% van de zittende commissarissen; zij zullen afscheid moeten nemen van hun RvC als het voorstel erdoor komt.

Dit blijkt uit berekeningen van dr. Mijntje Lückerath, hoogleraar Corporate Governance bij TIAS.

Lückerath keek naar de samenstelling van de RvC’s per 31 augustus 2015. De 436 commissarissen zaten op dat moment gemiddeld 4,7 jaar in de RvC. Het minimum was 0,1 jaar, en het maximum 29,3 jaar. De mediaan ligt op 4,2 jaar. De helft van alle commissarissen zit dus korter dan 4,2 jaar in de RvC. Er zijn slechts kleine verschillen tussen AEX, AMX en lokale fondsen. De commissarissen bij AEX-fondsen zitten gemiddeld 4,9 jaar in de RvC, bij de AMX is dit 4,4 jaar en bij de lokale fondsen 4,8 jaar.

80% van alle commissarissen blijkt korter dan acht jaar in de RvC te zitten, 20% zit echter langer dan acht jaar in de RvC en zou dus op basis van het nieuwe voorstel de RvC moeten verlaten. Dit betreft 87 commissarissen. De huidige maximale termijn van twaalf jaar wordt door 3% van de commissarissen overgeschreden. Het betreft hier veertien commissarissen. Daarnaast geldt voor 31% van de commissarissen – die nu in hun tweede termijn zitten (4-8 jaar) – dat dit meteen hun laatste termijn wordt. Het gaat hier om 135 commissarissen. Onder de huidige regels zouden zij hierna nog eenmaal herbenoemd kunnen worden.

Gerelateerde artikelen