Loopgravenoorlog

Een klant die een RA beticht van valse aangiftes en leugens. Terwijl diezelfde accountant die klant beschuldigt van smaad, laster en stalking.

Zaaknr. 18/2218

Het was een emotioneel treffen maandagochtend bij de Accountantskamer. Gezien de voorgeschiedenis ook niet zo verwonderlijk. Klager en betrokkene voeren al bijna vijf jaar een juridische loopgravenoorlog. Het OM, de civiele rechtbank: bijna alles en iedereen heeft zich er inmiddels over gebogen, inclusief de klachtencommissie van de NBA, die de klacht ongegrond verklaarde. Nu probeert de klager alsnog zijn gelijk te halen bij het tuchtcollege. 

Volgens de RA is de klant zo rancuneus dat hij hem, zijn vrouw en dochter persoonlijk heeft bedreigd – zowel telefonisch als op zijn privéadres. Ook zou klager hebben geprobeerd de accountant zwart te maken, onder meer door rondom zijn woning flyers te verspreiden en medewerkers van het kantoor van de RA lastig te vallen. “Iemand die zo in je privé-domein inbreekt en daar zelfs je vrouw, dochter en buren in betrekt: dat gaat je niet in de koude kleren zitten,” aldus de RA, hoorbaar geraakt.

De zaak draait primair om een borgstelling. Klager is orgelliefhebber. Bij hem in de buurt dreigde een orgelmakerij failliet te gaan. Dat ging hem erg aan het hart. Zozeer dat hij aanbood het bedrijf met een kapitaalinjectie te redden. 

De orgelbouwer wees hem daarvoor door naar de RA. Om het hoofd boven water te kunnen houden had de orgelbouwer de hulp ingeroepen van deze accountant. Zo kwamen de klager en de RA in oktober 2013 voor het eerst met elkaar in contact.

Veel hoop was er niet meer voor de orgelmakerij, meende de accountant. Volgens hem restte er weinig meer dan een faillissement aan te vragen – de RA had inmiddels voor zo’n 17.000 euro aan werkzaamheden voor de orgelbouwer verricht. Maar daar wilde de klager niets van weten. “Ik sta persoonlijk borg voor die 17.000 euro,” zou hij volgens de accountant hebben gezegd. Ook verstrekte de man de RA opdracht hem bij de redding te blijven begeleiden. 

Maar al snel bleek de RA dat de klager helemaal niet over geld beschikte – noch voor de redding van het bedrijf, noch om zijn rekeningen te betalen. Of hij voor die facturen in natura borg mocht staan, vroeg de man vervolgens – hij had een kunstcollectie, onder meer bestaand uit werken van schilders van de Groningse kunststroming De Ploeg. De accountant ging akkoord. 

Maar de schilderijen leverden volgens de RA veel minder op dan de klager hem met een taxatierapport in de hand had voorgespiegeld. Dus eiste de accountant januari 2014 alsnog zijn geld – een bedrag dat inmiddels was opgelopen tot 29.000 euro exclusief BTW. Tegelijkertijd liet de RA de man weten dat hij stopte met de opdracht, mede omdat hij steeds meer begon te twijfelen aan de ‘psychische gesteldheid’ van zijn cliënt. Vanaf dat moment heeft de man volgens de RA hem, zijn medewerkers, vrouw, dochter en buren voortdurend met mails, telefoontjes en bezoeken lastiggevallen. 

Toen de RA vervolgens een deurwaarder inschakelde, de man bleef weigeren en het op een rechtszaak uitliep, ging het volgens hem van kwaad tot erger. Zozeer dat hij zich genoodzaakt zag twee keer aangifte te doen.

Klager had duidelijk een andere lezing. Hij kwam met een lijst van maar liefst veertien klachten tegen de RA, variërend van valse aangiftes tot liegen tijdens de behandeling van de klacht bij de NBA.

Zijn belangrijkste klacht betrof de borgstelling, de katalysator van het conflict. De RA meent dat klager zich oktober 2013 borg heeft gesteld voor al zijn rekeningen, klager persisteert dat het gaat om slechts 17.000 euro. Bovendien zou klager zich niet als privépersoon hebben borg gesteld, maar middels een speciaal daartoe in het leven geroepen BV. Een vennootschap die de RA nota bene zelf had helpen oprichten. Een door de RA ter zitting ingebrachte brief waarin beide bedragen werden genoemd, bood geen soelaas.

Waarom de accountant dit destijds niet beter had geregeld door de afspraken over de borgstelling helder op papier te zetten en dit door hem en klager te laten ondertekenen?, vroeg een van de leden van het tuchtcollege. De RA: “Dat had ik destijds moeten doen, ja.”
Ook een van de andere leden kraakte een kritische noot. Als de RA het idee had dat zijn klant psychisch niet in orde was, waarom was hij er dan vervolgens met gestrekt been ingegaan door ‘voluit te gaan executeren’ – lees de deurwaarder in te schakelen en naar de rechter te gaan? “Past dat  een RA wel?” opperde dit collegelid.

De RA op zijn beurt betoogde dat de Accountantskamer de klacht niet ontvankelijk zou moeten verklaren in verband met overschrijding van de driejaarstermijn. Iets wat, zo leerde een snelle inventarisatie van de voorzitter, voor veel van de veertien klachten op gaat, maar niet voor alle.

De uitspraak: Straf voor RA die beslag legde op pensioen klant met psychische klachten

Auteur: Jan Smit/Juridisch Persbureau Zwolle

Gerelateerde artikelen