Liquiditeitspositie melkveehouders verbeterd
Dit schrijft Rabobank in het vandaag uitgebrachte Kwartaalbericht Zuivel.
De Nederlandse melkprijs is in juli en augustus gestegen tot ruim 50 procent hoger dan het prijsdal in dezelfde periode vorig jaar. Door de goede melkprijs is de zuivelproductie in Nederland minder hard gedaald dan begin dit jaar werd verwacht. Ook internationaal biedt de goede melkprijs perspectief.
In de drie maanden tot en met juli 2017 is de melkproductie in de EU gestegen met 1,1% in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Na een stabiel Europees prijsniveau in het eerste halfjaar van 2017 is het melkprijsniveau in de zeven grootste productielanden in juli en augustus gestegen tot een niveau dat 35% hoger ligt dan het prijsdal in dezelfde periode vorig jaar. De prijsverschillen tussen botervet en eiwit blijven records breken door globale melkvettekorten en oplopende eiwitvoorraden.
Voor het komende kwartaal verwacht de Rabobank dat het prijsverschil tussen vet en eiwit gehandhaafd zal blijven en het wereldwijde productieniveau verder zal toenemen in de voornaamste exportregio’s. Een sterke voorjaarsproductie in Oceanië kan enige druk op de basiszuivelprijzen veroorzaken, maar dit zal geen grote verschuivingen teweeg brengen. Een toenemende import vanuit Zuidoost- Azië en China zal ervoor zorgen dat de zuivelmarkt ook in het vierde kwartaal van 2017 goed in balans zal blijven.
Situatie in Nederland
Na een stabiel prijsniveau in de eerste helft van 2017 is de Nederlandse melkprijs in juli en augustus gestegen tot een niveau dat ruim 50% hoger ligt dan het prijsdal in dezelfde periode vorig jaar. “De productiedaling is lager dan begin dit jaar werd verwacht”, zegt Marijn Dekkers, sectorspecialist Melkveehouderij. “De goede melkprijzen steunen de productie. Maar de GVE-reductie heeft het Nederlandse productieniveau vanaf het tweede kwartaal tot onder de curve van 2016 laten dalen. Het productievolume over de eerste acht maanden van 2017 ligt 0,4% lager dan het niveau van 2016.”
De melkvetproductie in de eerste 8 maanden ligt ruim 5.400 ton (-1,3%) lager dan dezelfde periode vorig jaar. De huidige melkprijssystematiek, de hogere melkprijzen en de kleinere omvang van de veestapel, motiveerden melkveehouders in de eerste plaats om de productie per koe te verhogen. Hierdoor blijft de vetproductie vooralsnog achter op het niveau van vorig jaar, ondanks de vetrijkere aanpassingen in het rantsoen die momenteel worden doorgevoerd.
Fosfaatrechten: gezond verstand gevraagd
“De huidige prijzen voor opties op fosfaatrechten lijken een indicatie te zijn voor prijsniveaus die per 1 januari niet op te brengen zijn bij gemiddelde melkprijzen. De Rabobank blijft bij het standpunt dat fosfaatrechten binnen vijf jaar volledig afgelost dienen te worden. Na aftrek van de meerkosten voor veekosten, voer, mestafzet, en arbeid is er met de huidige referentieprijzen onvoldoende cash flow om aan aflossingsverplichtingen en renteverplichtingen op fosfaatrechten te voldoen. Gezond verstand is dus gevraagd bij investeringen in fosfaat”, aldus Marijn Dekkers.
Liquiditeit: langzaam ontstaat er ruimte
De liquiditeitspositie heeft zich de afgelopen maanden bij de meeste ondernemers positief ontwikkeld. Hogere melkprijzen en goede ruwvoeropbrengsten zorgden voor een verbetering. Deze liquiditeiten kunnen gebruikt worden voor achterstallige investeringen die vorig jaar vooruit zijn geschoven. Tevens is het verstandig om een buffer aan te leggen, mede vanwege de schommelingen van melkprijzen.