Lening niet onzakelijk; afwaardering toegestaan
Belanghebbende heeft op 25 mei 2007 en 26 september 2007 € 200.000 respectievelijk € 35.000 geleend aan een bv, waarin hij een aanmerkelijk belang heeft. Er is rente verschuldigd over de geldbedragen, een aflossingsschema overeengekomen, geen zekerheden gesteld en de schuld van belanghebbende is achtergesteld op andere schuldeisers. Op 8 december 2008 is door de bank een kredietfaciliteit verstrekt van € 3.350.000, waarbij zekerheden zijn gesteld. De bv is in 2010 failliet verklaard. Het faillissement is veroorzaakt door ontwikkelingen op de markt en de financiële crisis.
In zijn aangifte IB/PVV 2008 heeft belanghebbende onder ‘Resultaat uit ter beschikking gestelde vermogensbestanddelen’ een bedrag van € 144.110 als kosten vermeld. Volgens de toelichting die is opgenomen in de aangifte bestaat voormeld bedrag voor € 100.000 uit een ‘Voorziening achtergestelde lening’.
De Inspecteur is bij de aanslagregeling afgeweken van de ingediende aangifte en heeft de aftrekpost van € 100.000 gecorrigeerd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft geoordeeld dat noch sprake is van een schijnlening, noch sprake is van een onzakelijke lening op het moment van verstrekking van de geldbedragen in 2007. Hof Den Bosch is het in hoger beroep met de Rechtbank eens.
Anders dan de Rechtbank, oordeelt het Hof dat de lening op 8 december 2008 niet onzakelijk is geworden. Pas door het faillissement, dat veroorzaakt werd door externe factoren die in 2007 nog niet speelden, is de terugbetaling niet mogelijk gebleken.
Nu de lening als zakelijke lening wordt aangemerkt, kan het totale bedrag van de lening van € 235.000 ten laste van het inkomen worden gebracht in de verhouding € 100.000 in 2008, € 100.000 in 2009 en € 35.000 in 2010. Dit vloeit voort uit een afspraak met de Inspecteur.
(Bron: Fiscanet)