Landbouw boert vrolijk verder ondanks Oekraïne-crisis

Slechts anderhalf procent export ging naar het oosten, vooral van de sierteelt.

De impact van het wegvallen van Rusland, Oekraïne en Belarus als afzetmarkt voor Nederlandse landbouwproducten lijkt relatief beperkt. Volgens economen van Rabobank werd er in 2020 voor 1 miljard euro aan voedingsmiddelen en zogeheten agri-producten naar deze landen geëxporteerd of doorgevoerd. Dat komt neer op ongeveer 1,5 procent van de totale export van voedsel- en landbouwproducten.

Daarbij is de sierteeltsector, die voor ruim 300 miljoen euro aan producten naar Rusland exporteerde, relatief gezien het meest kwetsbaar. Het wegvallen van de afzet in Rusland kan voor andere producten zoals varkensvlees, eendagskuikens, broedeieren, peren of bananen tijdelijk voor een verruiming van het aanbod in West-Europa zorgen. Daardoor zouden de prijzen voor deze producten flink kunnen dalen.

Dat gas en graan duurder worden is volgens de bank nu al te merken bij bijvoorbeeld bakkers, boeren en supermarkten. Consumenten voelen de prijsdruk nog niet in de portemonnee, maar het lijkt een kwestie van tijd voordat de stijgende prijzen ook aan consumenten worden doorberekend.

Alleen al de gasprijs is sinds het uitbreken van de oorlog 90 procent gestegen. Daarbij is Nederland ook voor een deel afhankelijk van gas uit Rusland. De hogere gasprijzen worden onder andere in de glastuinbouw gevoeld. Maar ook de bakker heeft gas nodig voor zijn ovens. Intensieve gebruikers zijn door de hogere prijzen tot wel miljoenen euro's per jaar meer kwijt, aldus Rabo.

Rusland, Oekraïne en ook Belarus zijn ook belangrijke leveranciers van andere landbouwproducten dan graan zoals kunstmest, veevoer en zonnebloemolie. Dat de graanprijs sinds de Russische inval al met 25 procent is gestegen, kan volgens Rabo ook effect hebben voor de prijs van bijvoorbeeld aardappelen omdat boeren kunnen beslissen graan te gaan telen in plaats van aardappelen, waardoor er daar minder van zijn.

De economen van Rabobank wijzen erop dat de prijzen de laatste tijd toch al flink stegen. Dat komt door verstoringen in de handelsstromen als gevolg van de pandemie en de lockdowns. Daarnaast is er sprake van personeelstekorten en lage voorraadniveaus. Volgens Rabo gaven producenten in oktober vorig jaar al aan 10 procent hogere prijzen te zullen moeten vragen om de opgelopen kosten te kunnen compenseren. Maar dat is nog niet volledig op het bord van de consument komen te liggen. Afgelopen maand stegen de prijzen voor voeding voor consumenten volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek met 5 procent.

 

 

Gerelateerde artikelen