Kwart nota’s pas na 88 dagen betaald

Eén op de vier bedrijven wereldwijd moet minstens 88 dagen wachten voordat ze hun nota’s betaald krijgen. Dat blijkt uit onderzoek van kredietverzekeraar Euler Hermes. De vier slechtst betalende landen zijn Turkije, Italië, Griekenland en China. Maar ook India, Saudi-Arabië, Portugal, Spanje, Frankrijk en Japan betalen bovengemiddeld slecht. Nederland hoort tot de absolute wereldtop als het gaat om snel betalen: gemiddeld binnen 46 dagen.

Het onderzoek van Euler Hermes naar het wereldwijde betaalgedrag is gebaseerd op gegevens uit 2016 van 27.000 beursgenoteerde bedrijven verspreid over de hele wereld. Betaalgedrag varieert sterk per land en sector.

Slechte betalers

De top 3 van sectoren die het slechtst betalen zijn: elektronica, machinebouw en de bouw. De wachttijd bedroeg gemiddeld wereldwijd in 2016 respectievelijk 88, 87 en 82 dagen. Ook farmacie scoorde met 80 dagen beroerd. Snelle betalers zijn te vinden in de agri-sector. Dat komt door de aard van het product. De handel in vers goed kent scherpe betalingsvoorwaarden.

Walter Toemen, directeur Risk van Euler Hermes Nederland: “Door te wachten met betalen proberen bedrijven de financiële ruimte op te rekken die ze hard nodig hebben om hun groei te financieren.” Hij benadrukt dat er achter het wereldwijde betaalgedrag grote verschillen schuilgaan. “Neem de Aziatische Pacific-regio. Het is daar slecht gesteld met de betalingsmoraal. Er is veel kans op wanbetaling en dus op faillissementen. Bedrijven kampen er vaak met enorme schulden. Ook de kredietverlening is instabiel.”

Geld hoopt op

Volgens Toemen blijkt uit verder onderzoek van Euler Hermes dat er wereldwijd steeds meer geld wordt opgepot. “Vorig jaar werd een nieuw record bereikt. Als we de financiële instellingen niet meetellen, stond er bij alle bedrijven samen $7 biljoen aan cash geparkeerd. Dat was bijna 3% meer dan het jaar daarvoor. Sinds de financiële crisis van 2008 verdubbelde het niveau.”

Volgens Toemen wordt het meeste geld ‘gespaard’ door bedrijven in de Aziatische Pacific-landen. 30% van het totale cashbedrag stond op de balansen van Amerikaanse bedrijven, tegen bijna 44% bij Aziatische bedrijven. “Natuurlijk genereert de wereldwijde groei extra cash. Kijk wat er gebeurt bij multinationale reuzen als Apple, Microsoft en Alphabet in de tech-sector. Inmiddels overtreft de tech-sector qua cashgeneratie de olie- en gasindustrie en automotive. Maar er is meer aan de hand. Er zijn ook onzekerheden en risico's die het spaargedrag verklaren. Neem bijvoorbeeld de repatriëringsplannen van Trump. Mogelijk gaat hij met belastingwijzigingen bedrijven stimuleren om overzees geld terug te halen voor lokale investeringen en werkgelegenheid.”

Steeds meer grote bedrijven redden het niet meer

Volgens Toemen is er een kentering gaande in de wereldeconomie. Hij wijst op de faillissementscijfers. “De afgelopen drie jaar was er sprake van een substantiële daling. Ook dit jaar zal het aantal faillissementen wereldwijd nog minimaal dalen (-1%). Maar volgend jaar verwachten wij voor het eerst weer een stijging.”

Verontrustend vindt Toemen het aantal grote bedrijven dat failliet gaat. “Dan hebben we het over bedrijven met een omzet hoger dan 50 miljoen euro. Het aantal faillissementen in die categorie steeg in het eerste kwartaal van dit jaar met 68%. Dat is een trend die al langer gaande is. Het venijnige bij die grote faillissementen is dat er hele ketens aan leveranciers door geraakt worden. Dit domino-effect is een toenemend gevaar.” Het grootste gevaar lijkt te schuilen binnen de sectoren dienstverlening, metaal en retail.

Gerelateerde artikelen