‘Kunstmatige intelligentie neemt een vlucht bij bedrijven’
Ondernemingen combineren bovendien ‘artificial intelligence’ met andere technologieën om maximaal te kunnen profiteren van de voordelen van AI.
Een belangrijke ontwikkeling die dit mogelijk maakt is de opkomst van low-code platforms, zoals Appian, OutSystems, Pega en ServiceNow. “Zij faciliteren de integratie en praktische toepassing van AI. Het helpt AI uit het lab naar de werkvloer te krijgen.”, zegt Ruben de Wolf, partner bij KPMG en deskundige op het gebied van kunstmatige intelligentie.
De Wolf: “Deze nieuwe generatie ontwikkelplatforms stelt bedrijven in staat snel nieuwe bedrijfstoepassingen te bouwen op basis van de bestaande regels en workflow binnen de organisatie. Ook in combinatie met RPA (Robotic Process Automation) kunnen veelvuldig terugkomende handmatige werkzaamheden worden geautomatiseerd en eenvoudige keuzes en inschattingen aan zogenaamde cognitieve software robots worden overgelaten. Dus ook RPA helpt om AI te operationaliseren.”
Adoptie van RPA neemt een vlucht
Uit onderzoek van KPMG onder tweehonderd toonaangevende bedrijven in de wereld blijkt dat 25 procent inmiddels op grote schaal Robotic Process Automation (RPA) inzet. Ruim de helft, 65 procent, geeft aan dat deze technologie selectief binnen de onderneming wordt gebruikt. Ruim 80 procent verwacht RPA binnen drie jaar op grotere schaal te gaan inzetten.
De adoptie van AI en machine learning gaat minder hard. Iets minder dan 20 procent geeft aan AI en machine learning op grote schaal te gebruiken en 30 procent gebruikt deze technologieën in bepaalde functies. De helft van de bedrijven verwacht binnen drie jaar een grootschalig gebruik.
AI uit het lab, op de werkvloer
De Wolf constateert dat het AI-landschap zich de afgelopen jaren in een heel snel tempo heeft ontwikkeld. De Wolf: “De bouwstenen van AI, zoals tekst- en beeld analyse zijn volwassen aan het worden, zodat bedrijven er nu al de vruchten van kunnen plukken. Veel van onze klanten zijn dan ook bezig met het operationaliseren en industrialiseren van succesvolle experimenten rondom kunstmatige intelligentie en ‘machine learning’. Bestuurders zien daarbij het belang van de adoptie van zowel RPA, AI, advanced analytics en low-code capaciteiten.
In een aantal bedrijven wordt deze gezamenlijke inzet vanuit de ondernemingsleiding aangestuurd. Maar wij zien ook voorbeelden waarbij bestaande teams onder de vlag van incrementele innovatie de kar trekken.”
Forse investeringen
Veel grote bedrijven doen op dit moment forse investeringen in AI met als doel om de inzet ervan op de functionele niveaus binnen de onderneming en andere onderdelen zeker te stellen. De Wolf: “Het investeren in talent is de belangrijkste sleutel om de AI-agenda vooruit te brengen en is tevens de grootste kostenpost. Als wij kijken naar de vijf bedrijven in ons onderzoek die het meest volwassen zijn als het gaat op de adoptie van AI dan zien wij dat zij gemiddeld 375 werknemers hebben die hier fulltime mee bezig zijn. Dat zijn onder meer data scientists, engineers en analisten.
Deze bedrijven geven naar schatting gemiddeld 75 miljoen dollar uit aan het noodzakelijke talent. De marktwaarde van ervaren AI specialisten is afgelopen jaren geëxplodeerd. En deze ondernemingen zien het aantal medewerkers dat fulltime bezig is met AI de komende drie jaar verder toenemen tot gemiddeld 500 á 600 medewerkers.”
Organizational capital’ speelt cruciale rol
Overigens vereist het realiseren van concurrentievoordeel met AI volgens De Wolf veel meer dan alleen de inzet van technologie. De Wolf: “Het effectief inzetten van AI in de hele onderneming vereist een combinatie van het juiste talent, zoals nieuwsgierigheid én vakkennis. En een zorgvuldig proces dat wordt gedreven door waardetoevoeging en de vraag wat het oplevert.
En governance speelt een rol. Goed bestuur en toezicht, waarbij bedrijven de vraag moeten stellen of zij de regels volgen. Een succesvolle inzet van AI is dan ook sterk afhankelijk van het ‘organisatorische kapitaal’ van het bedrijf, zoals de werknemers met de juiste kennis en ervaring én een sterk ontwikkeld gevoel voor ethiek. Steeds meer bestuurders onderkennen het belang van deze basisvoorwaarden en zijn ook bereid hierin te investeren.”