Kunstenbond wil behoud van de zelfstandigenaftrek
Kunstenbond: “Op de arbeidsmarkt vervaagt het onderscheid tussen zzp’ers en werknemers. Zelfstandigen verrichten meer dan ooit werk dat vroeger nagenoeg uitsluitend in loondienst werd verricht. Zzp’ers en werknemers concurreren met elkaar. Dat zet zelfstandigenaftrek onder druk. Werkgevers en opdrachtgevers kunnen op basis hun dominante markpositie zzp’ers en werknemers tegen elkaar uitspelen. Veel zzp’ers krijgen nu veel te lage tarieven en worden dus oneerlijk beloond. De beste manier om hun positie te verbeteren is om hógere tarieven af te dwingen. De verandering moet dus vooral komen van de opdrachtgevers en de werkgevers. Maar ook overheden hebben hun verantwoordelijkheden.”
‘Afschaffing zelfstandigenaftrek leidt tot armoede’
De redenering is vaak dat afschaffing van de zelfstandigenaftrek ervoor zorgt dat mensen weer in loondienst gaan werken. De Kunstenbond vindt dat een totaal verkeerde aanpak: “Voor veel beeldend kunstenaars, acteurs, designers, musici en andere creatieven is er vaak helemaal geen baan als alternatief: het waren, zijn en blijven zelfstandige beroepsbeoefenaars. In dit scenario worden de risico’s bij de zzp’ers neergelegd, hun inkomens worden gekort, banen en garanties zijn er niet. Daarmee wordt de afhankelijkheid van werkgevers en opdrachtgevers alleen maar groter. Het vergroot de ongelijkheid. Er dreigt een enorme armoedeval. En een grote verschaling, kleinschalig ondernemerschap heeft een enorme maatschappelijke meerwaarde.”
‘Verbeter tarieven en onderhandelingsmacht zzp’ers’
“Wat er nodig is voor een gezonde arbeidsmarkt is een eerlijkere prijs voor arbeid. Zoals afspraken in cao’s over loon en tarieven. Daarmee pak je de oneerlijke concurrentie tussen werknemers en zzp’ers aan. Zoals richtlijnen en afspraken over minimumvergoedingen, ook voor zelfstandigen moet er een bodem liggen,” aldus de vakbond. De Kunstenbond vindt dat zzp’ers collectief moeten kunnen onderhandelen over hun tarieven. “Voor een level playing field en een gezonde arbeidsmarkt moet de ongelijkwaardige onderhandelingspositie bij opdrachtgevers veranderen.”