KPMG’ers niet vervolgd voor fraude Ballast Nedam
Drie accountants van KPMG hielpen volgens het Openbaar Ministerie (OM) actief mee smeergeldbetalingen door bouwbedrijf Ballast Nedam aan Saoedische en Surinaamse hoogwaardigheidsbekleders te verhullen.
Het drietal – allen partners van KPMG – is volgens het OM schuldig aan witwassen en valsheid in geschrifte. Hun kennis over steekpenningen verstopten zij in een apart dossier los van het officiële controledossier. Een doodzonde voor accountants.
De rechtbank in Utrecht heeft het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de KPMG-accountants.
Hun vervolging is volgens de rechtbank in strijd met het verbod op willekeur. Tegen deze beslissing van de rechtbank kan het OM de komende twee weken nog in hoger beroep gaan.
Doorslaggevend voor de rechtbank is dat het OM de omkopingszaak zelf met het bedrijf Ballast Nedam in 2012 heeft geschikt. In 2013 is vervolgens de strafvervolging van de meeste betrokken Ballast Nedam-bestuurders ook geschikt door het OM. Alleen twee Ballast Nedam-bestuurders die zichzelf zouden hebben verrijkt in het steekpenningencircuit worden nog wel vervolgd. De rechtbank wijst er ook op dat KPMG als accountantsorganisatie haar rol in deze omkopingsaffaire ook heeft kunnen schikken met het OM.
Als het gronddelict, omkoping, door het omkopende bedrijf kon worden geschikt, dan kan volgens de Utrechtse rechtbank het OM de betrokken accountants niet vervolgen voor witwassen van de opbrengst van dat gronddelict. Ook weegt de rechtbank in het nadeel van het OM mee dat de drie accountants op 20 december 2013 in een vergevorderd stadium waren van schikkingsonderhandelingen met het OM.