KPMG ‘wist al in 2010 dat ze fout zat bij Weyl’
Vleesverwerker Weyl ging in 2010 failliet na de ontdekking van grootschalige fraude. Na de strafrechtelijke veroordeling van de twee directeuren in 2012 stond maandag en dinsdag bij de tuchtrechter de vraag centraal hoe de controles van de jaarrekeningen door KPMG waren verlopen. Was de fraude zo geraffineerd door de samenspannende directie opgezet dat de accountant van niets wist en laat staan had kunnen weten? Of was de fraude domweg door onprofessioneel en slordig controlewerk niet door de registeraccountant ontdekt?
Perplex
Op de tweede en laatste dag van deze omvangrijke tuchtzaak stonden de curatoren perplex om wat ze maandag te horen hadden gekregen. KPMG constateerde al in 2010 dat ze nooit tot goedkeuring van de jaarrekeningen 2008 en 2009 van het vleesbedrijf had mogen komen. Dat zou blijken uit intern onderzoek van het accountantskantoor. Het handelen van het kantoor schoot te kort en er was een oordeel geveld op basis van onvoldoende informatie. ‘Terwijl ze stelselmatig volhouden dat er niets aan de hand is. Zo schreef KPMG in 2011 nog aan de bond van veehandelaren dat er geen enkele twijfel is over de goedkeuringsverklaring.’ De curatoren zijn ‘een rad voor de ogen gedraaid’, aldus de raadsman. Ook stelde de RA dat hij geen indicaties had dat facturen in een la verdwenen. Die werden dan later pas ingeboekt om zo te verdoezelen dat het bedrijf er slechter voor stond. ‘Bij een steekproef van vijftien facturen stuitte hij al op een factuur die niet in het systeem voorkwam.’
Derde partij
KPMG stelt dat helemaal niet uit het kwaliteitsrapport blijkt dat geen goedkeurende verklaring afgegeven had mogen worden. Er werd alleen gekeken of wat hij vastgelegd had, voldoende was. Wat daar dan het oordeel over was, wilde de raadsman niet in het openbaar kwijt. Het was het accountantskantoor dat op haar beurt het handelen van de curatoren hekelde. De derde klagende partij – de stichting Waakzaamheid Accountantsberoep en Schuldeisers Weyl Beef – was een opzetje van curatoren. Ze willen zo een mogelijk niet-ontvankelijk verklaren van hun klacht voorkomen door een derde partij als klager ernaast ’te verzinnen’.
Confirmatie
Ook ging de Accountantskamer wat dieper in op verklaringen gedaan door de accountant. Slechts tien vleesleveranciers waren goed voor 80 procent van het crediteurensaldo. Omdat het Weyl was die de inkoopfacturen opstelde – onder meer na kwaliteitsbeoordeling van het vlees – lag het in de weg van de accountant om bij deze slechts tien leveranciers om confirmatie te vragen, zo vroegen de leden van de Accountantskamer zich af. De accountant vond dat niet noodzakelijk. Het vlees werd bij binnenkomst gewogen en na de keuring nogmaals. Die gegevens gingen rechtstreeks in een systeem waarmee hij de goederenbewegingen kon volgen. Aangezien deze zogeheten interface uitvoerig getest was, had de RA geen enkele reden om te twijfelen aan de crediteurencijfers, zo zei hij. ‘Waarom zou ik saldobevestigingen opvragen?’ vroeg hij. ‘Omdat u alleen maar interne informatie heeft’, reageerde een van de leden van de Accountantskamer.
‘Ontmatchen’
Ook het ‘ontmatchen’ van debiteuren kwam uitvoerig aan bod. De curatoren hebben eerder al gemeld dat aan het eind van boekjaren 2008 en 2009 ontvangsten van debiteuren ongedaan werden gemaakt, ofwel ontmatcht. Het gaat hier om 6,7 miljoen euro in 2008 en 11,8 miljoen een jaar later. De accountant zou van de debiteurenpositie als geheel slechts gecontroleerd hebben of deze overeenkwam met de opgave van Fortis Commercial Finance. Maar ‘we weten dat er ontmatchte debiteuren tussen zaten. Die bedragen zijn bij Fortis binnengekomen maar bleven toch in het debiteurenbestand staan. Dat moeten posten zijn die op de lijst stonden van nog niet ontvangen posten’, aldus de Accountantskamer. De RA zei dat hij die posten niet had gezien. Dit ontmatchen moet gebeurd zijn tussen de controles van hem en zijn team in. ‘Als we weg waren, werd het weer teruggedraaid. Degene die dit systeem bedacht had, was niet achterlijk.’
Ingeschreven
Overigens meldde KPMG maandag dat de gedaagde niet meer voor het kantoor werkt en zelfs niet langer werkzaam is in het beroep. De AFM reageerde daar dinsdag op. De RA staat gewoon nog in het accountantsregister ingeschreven ‘als accountant in business. Dat is wat anders dan het beroep verlaten hebben’. De raadsman van de RA voegde toe dat de gedaagde momenteel niet als accountant werkzaam is, maar inderdaad nog wel staat ingeschreven.
Vonnis nog voor eind dit jaar.
[Zaaknrs. 14/2716, 15/151, 15/714]
Lees ook:
• Curatoren: accountant KPMG sloot ogen voor fraude Weyl
• Accountant Weyl Beef voor de tuchtrechter
(Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle)