KPMG: grens aan autonomie van technologie ondanks opmars AI
Kunstmatige Intelligentie (AI) maakt ons leven makkelijker, maar blind vertrouwen blijft uit. Uit de Nationale AI Vertrouwensmonitor 2025, het jaarlijkse onderzoek van KPMG naar vertrouwen en gebruik van AI, blijkt dat AI inmiddels verweven is met ons dagelijks leven. Maar de behoefte aan menselijke betrokkenheid blijft onverminderd groot.
Volgens KPMG-onderzoekers heerst er angst dat de menselijke regie op korte termijn verdwijnt. Juist nu AI steeds meer taken overneemt, hecht men eraan dat bij belangrijke keuzes een mens van vlees en bloed het laatste woord houdt. Het onderzoek laat zien hoe Nederlanders AI zien als handig hulpmiddel, maar dat autonomie van de technologie duidelijke grenzen kent.
Twee derde van de Nederlanders omarmt de technologie vooral vanwege het gemak. Daarnaast ziet 36 procent AI primair als een kans. Hoewel het vertrouwen in AI stijgt, blijft het gemiddelde cijfer een voorzichtige 5,8. Slechts 37 procent gelooft dat AI de juiste antwoorden geeft, aldus het onderzoek van KPMG. Zeven op de tien gebruikers controleren de output standaard.
De overtuiging dat menselijke controle cruciaal is, wordt breed gedragen: voor 84 procent is menselijke supervisie bij belangrijke beslissingen onmisbaar en 83 procent vindt dat AI nooit geheel zelfstandig beslissingen mag nemen over zaken die het dagelijks leven direct beïnvloeden.
“AI lijkt soms een intelligente en empathische gesprekspartner, maar het is geen mens”, reageert Marc van Meel, Responsible AI Lead bij KPMG. “Juist bij mentale problemen heb je soms tegengas nodig, niet alleen bevestiging.
Opvallend is dat Nederlanders die bekend zijn met AI scherp onderscheid maken tussen laag- en hoogrisicotaken. Voor dagelijkse en praktische keuzes, zoals dieetplannen en reisroutes, vertrouwt men AI relatief makkelijk. Maar zodra er financiële, gevoelige of ethische gevolgen zijn, daalt het vertrouwen snel. Slechts 14 procent vertrouwt hypotheekadvies volledig toe aan AI. Voor het beoordelen van medewerkers is dat nog geen 5 procent.
Bijna 70 procent van de Nederlanders die AI gebruiken, zet het in op de werkvloer. Respondenten ervaren duidelijke voordelen: twee derde zegt efficiënter te worden en de helft ziet een verbetering in de kwaliteit van het werk. Meer dan een kwart zet AI in voor automatisering en operationele processen.
Maar daarmee neemt ook de afhankelijkheid toe: men ervaart druk om AI te gebruiken (16 procent) en zegt het werk niet meer goed te kunnen doen zonder de slimme technologie (15 procent). Een contrasterend resultaat is dat minder dan een derde aangeeft voldoende training te krijgen. Dit is opvallend, zeker omdat AI-geletterdheid een vereiste is vanuit de nieuwe Europese AI-wetgeving. Veel organisaties hebben bovendien geen duidelijk AI-beleid of communiceren hier onvoldoende over.