KPMG: Banken moeten bedrijfsmodel omgooien
Volgens KPMG gaan het alleen maar verhogen van de kapitaalbuffers en het afstoten van risicovolle activa om te voldoen aan de hogere kapitaaleisen de banken geen soelaas brengen. Deze maatregelen hebben slechts een beperkte en soms zelfs een negatieve invloed op de winstgevendheid. Banken die te maken hebben met te weinig rendement op het eigen vermogen zullen hun bedrijfsmodel dan ook drastisch moeten omgooien. Dat betekent dat zij hard zullen moeten werken aan het ontwikkelen van een levensvatbare en duurzame strategie, waarin zowel investeerders, toezichthouders als klanten centraal staan.
Uitdaging
‘Dat dit voor veel banken een enorme uitdaging is, zal duidelijk zijn’, zegt Ferdinand Veenman, partner bij KPMG en segmentleider Banking. ‘Zeker als zij niet kunnen terugvallen op een gedegen herstel van de economie en de mogelijkheid om het aantal niet-renderende leningen te reduceren en het rendement op het eigen vermogen hierdoor op hetzelfde niveau te brengen als de kosten ervan.’
Accent eenzijdig op herstructurering
Uit de publicatie ‘Evolving Banking Regulation’ blijkt dat veel banken het accent tot nu toe eenzijdig leggen op het herstructureren van de balans. Veenman: ‘Deze herstructurering heeft er echter niet toe geleid dat veel banken in Europa betere rendementen realiseren. Daarnaast zijn de kosten vergeleken met de inkomsten alleen maar gestegen. Veel banken hebben moeite om hun vermogenskosten te dekken, ook nu de regelgeving leidt tot het aanhouden van meer en kwalitatief beter kapitaal. Daarnaast is de toereikendheid van zowel kapitaal als liquiditeit bij veel banken geenszins verzekerd. Het feit dat slechts een klein aantal banken is gezakt voor de Comprehensive Assessment van de ECB, betekent nog niet dat zij het huis op orde hebben. Deze test heeft geen rekening gehouden met de extra druk op het kapitaal van de banken die voortkomt uit de verdere uitrol van Basel 3 en de volledig invoering van alle eisen, de verdere aanscherping van de kapitaalseisen, de hogere kapitaalbuffers die moeten worden aangehouden en toekomstige stress tests die veel strengere eisen aan de banken kunnen opleggen.’
Gedateerde strategische uitgangspunten
Toenemende druk van regelgevers op de banken leidt tot aanzienlijk hogere kosten, tot beperkingen aan de samenstelling van de balans, aan de activiteiten en aan de structuur van de bank. Daarnaast worden de banken geconfronteerd met een combinatie van andere factoren, zoals de economische omstandigheden, de lage rente, de overvolle markt, de hevige concurrentie, de technologische veranderingen, de lage marges en de hoge kosten van de bedrijfsvoering. Veenman: ‘Veel van de modellen en de strategische uitgangspunten waarop de banken zich al jaren baseren zijn dan ook gedateerd, vooral bij banken die grensoverschrijdend opereren. De regels van het spel zijn duidelijk veranderd en dat vraagt om een ingrijpende aanpassing van de bedrijfsvoering.’
Interventie door toezichthouders
Banken die er niet in slagen de stap te maken naar een levensvatbare en duurzame toekomst, zouden volgens Veenman weliswaar kunnen blijven bestaan. Veenman: ‘Een bank met een geringe winstgevendheid die gesteund wordt door een handvol onverschillige aandeelhouders, die financiële steun krijgt van de Europese Centrale Bank en enig begrip heeft van de toezichthouder, zou formeel bestaansrecht kunnen hebben. Investeerders zullen een beperkte winstgevendheid echter niet accepteren. Bovendien zijn er signalen dat de toezichthouders zullen ingrijpen als de winstgevendheid van de bank gering is. Met name het IMF en de EBA benadrukken de voordelen van een mogelijke interventie door banken die niet levensvatbaar zijn uit het systeem te verwijderen of in ieder geval in omvang terug te brengen. Het is dan ook niet ondenkbaar dat het wereldwijde speelveld de komende jaren gedomineerd zal worden door een handvol zeer grote banken die beschikken over een zeer sterke balans en erin slagen zowel hun winstgevendheid als hun groeistrategie blijvend te verbeteren.’