Kosten woninginrichting na medisch geïndiceerde verhuizing niet aftrekbaar

In geschil is of een particulier met een handicap recht heeft op aftrek van de door hem opgevoerde kosten in verband met de verhuizing naar een aangepaste woning.

Een particulier is in 2010 met zijn echtgenote verhuisd naar een aangepaste woning in verband met zijn handicap. De verhuizing naar deze woning is geïndiceerd door het Centrum Indicatiestelling Zorg. In opdracht van de gemeente, naar aanleiding van die indicatie, zijn in de woning aanpassingen gedaan. 

In zijn aangifte IB/PVV 2010 rekende de particulier € 16.260 tot de aftrekbare specifieke zorgkosten voor de aanschaf van laminaat, gordijnen, een boxspring, meubilair en voor zonwering. Ook had hij € 8.200 betaald aan Poolse arbeidskrachten voor stuc- en schilderwerk. De particulier stelt dat al deze uitgaven als zorgkosten kwalificeren, omdat de verhuizing medisch was geïndiceerd. De belastinginspecteur accepteerde de aftrek niet.

In geschil is of de particulier recht heeft op aftrek van de door hem opgevoerde kosten in verband met de verhuizing naar de woning. Gerechtshof Amsterdam oordeelde dat de uitgaven voor de woninginrichting in verband met de medisch geïndiceerde verhuizing geen aftrekbare uitgaven voor woningaanpassingen zijn.

De particulier heeft tegen dit oordeel cassatieberoep ingesteld, maar de Hoge Raad verklaart dit ongegrond met toepassing van artikel 81, lid 1, Wet RO.

(Bron: Fiscanet

Gerelateerde artikelen