Kosten van fitnessprogramma in VS ter behandeling morbide obesitas aftrekbaar

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden staat aftrek van specifieke zorgkosten toe van een vrouw die lijdt aan morbide obesitas en ter bestrijding daarvan een aantal weken in een sportresort in de Verenigde Staten doorbracht in aanvulling op haar behandeling in Nederland door een arts.

De aan morbide obesitas lijdende vrouw volgde in 2013 een opleiding tot cardioloog maar was vanwege haar overgewicht niet in staat om de opleiding voort te zetten. Om haar eetstoornis onder controle te krijgen, heeft zij in de VS een fitnessprogramma gevolgd in een sportresort. Daaraan voorafgaand en daarna heeft de vrouw bij een GGZ-instelling aanvullende psychische begeleiding gekregen. De kosten van de behandeling bij de GGZ-instelling zijn vergoed door de verzekeraar. De behandelingen hebben ertoe geleid dat de vrouw in een korte tijd veel gewicht heeft verloren en dat zij haar opleiding tot cardioloog heeft kunnen voltooien. In geschil is of de vrouw ter zake van het door haar in de VS gevolgde programma een bedrag van € 12.979 als specifieke zorgkosten in aftrek kan brengen.

Hof Arnhem-Leeuwarden acht op basis van een verklaring van de vrouw aannemelijk dat zij in de VS is behandeld door een diëtiste, een psychologe en een fysiotherapeut, oftewel een multidisciplinair team. Een brief van een psychiater wordt door het Hof voorts opgevat als het in artikel 6.17, lid 9, onder b, Wet IB 2001 vereiste voorschrift van een arts. In de omstandigheid dat X overeenkomstig het voorschrift van haar psychiater zowel het voor- als het natraject bij de GGZ-instelling heeft gevolgd, ziet het Hof voldoende aanleiding om te oordelen dat de vrouw, alhoewel niet rechtstreeks, is begeleid door een arts. Hierin weegt het Hof de uitzonderlijke omstandigheden mee dat het voor de vrouw in kader van haar opleiding tot cardioloog noodzakelijk was om in een kort tijdsbestek beduidend veel gewicht te verliezen. Aangezien de totale multidisciplinaire behandeling in Nederland niet aanwezig was, moest zij voor een deel van die behandeling uitwijken naar de VS, waar zij een voor haar specifiek aangepast programma heeft gevolgd. De afwijking van het voorschrift van de arts is hierdoor voldoende gerechtvaardigd en is voorts niet van dien aard dat op grond daarvan niet langer kan worden geoordeeld dat de ondergane behandeling op voorschrift van een arts is gevolgd.
Het Hof concludeert dat een bedrag van € 12.979 van het in de VS gevolgde programma als specifieke zorgkosten kan worden beschouwd.

 

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen